donderdag 21 februari 2013

De rode loper voor Tours & Tickets en een wethouder

"Geen tijd, ik heb het loeidruk" zei Wim Runderkamp (mepper) in 1996 tegen een verslaggever van de NNC die wat meer wilde weten over de net opgerichte stichting Promotie Volendam-Edam. Een paar weken geleden schreef, de nu wethouder zijnde, Runderkamp dat hij het eigenlijk altijd al te druk had gehad om energie in die stichting te steken.

In 1996 had de stichting PVE grootse plannen als professioneel platform tussen bedrijfsleven en instanties zoals de gemeente. Opbrengsten gaan naar culturele en maatschappelijke instellingen. "Er zit een luchtje aan", schrijft een verslaggever van het NHD op 13 juni 1996. Hij vindt het maar raar dat instellingen en bedrijven worden opgeroepen om zich aan te sluiten en gebruik te maken van de diensten van de stichting onder het motto "op die manier wordt u zeer professioneel terzijde gestaan".

Na een dommelend bestaan van 16 jaar wordt de stichting ineens weer tot leven gewekt en biedt zich bij de gemeente aan als beheerder van het parkeerterrein aan de Parallelweg. Ze doet dat nadat de gemeente de toeristenbussen daar wil laten parkeren in plaats van op het AMVO-terrein. De stichting verwacht van de gemeente een groot aantal investeringen om het parkeerterrein comfortabeler te maken. Het eerste punt dat ze noemen is het realiseren van een goede verbinding tussen het parkeerterrein en het Noordeinde middels een brug, een trap en een traplift voor invaliden. Vlak voordat de plannen naar buiten komen, treedt Wim Runderkamp ('mepper') af als bestuurslid.

Volgens de wethouder in zijn verklaring, heeft hij over het plan alleen maar zakelijke contacten met de stichting gehad om ze te adviseren over het inkleden van de aanvraag voor het beheer van het parkeerterrein. Daar bestaan twijfels over. Die twijfels leven onder andere bij winkeliers en horeca-ondernemers in de Oude Kom. Die zien slechts een stichting, bemand door enkele ondernemers, die buiten iedereen om plannen lanceren die hen ook raken. Ze voelen zich door de stichting niet gesteund in hun pleidooi om het AMVO-terrein te blijven gebruiken voor toeristenbussen, zodat toeristen langs hun winkels komen. In een facebookbericht noemt de wethouder ze vanwege hun protesten 'oendernemers' en daarmee raakt het vertrouwen tussen de wethouder (o.a. voor economische zaken) en de ondernemers zwaar beschadigd.

Een andere ondernemer die schade lijdt door het verwijzen van toeristenbussen naar het weinig aantrekkelijke parkeerterrein aan de Parallelweg, is Erik de Visser, de man die met zijn bedrijf 'Tours en Tickets' vanuit Amsterdam jaarlijks zo'n honderdduizend toeristen naar Volendam brengt. In Amsterdam heeft hij al eerder met het probleem te maken gehad. Bij de plannen om van het Rokin een voetgangersgebied te maken, roerde hij zich over het verdwijnen van halteplaatsen voor zijn bussen. Dat schijnt nu goed geregeld te zijn.

Erik de Visser is een gewiekste zakenman. In 2012 verkocht hij de helft van zijn bedrijf met 65 winkels in het hogere souvernirsegment aan het bedrijf 'World of Delights'. Een van die winkels staat op het Volendamse Noordeinde. Waarschijnlijk is hij Nederlands grootste ondernemer in dagtoerisme met een omzet van 18 miljoen euro. Hij streeft ernaar alles in eigen hand te hebben. In een telefoongesprek dat ik met hem had, vertelde hij dat de ondernemers rondom het Europaplein niet zo moeten zeuren. Hij heeft vijf uur om toeristen langs de Zaanse Schans, Volendam en Marken te leiden. "Die hebben helemaal geen tijd om bij winkels binnen te lopen. " Dat doen ze waarschijnlijk wel bij zijn winkel met 'kaasbeleving' aan het Noordeinde. Wethouder Runderkamp deed de opening en vertelde daarbij dat hij 'very delighted' was. In dat telefoongesprek dat ik met Erik de Visser had, vertelde hij ook inmiddels eigenaar te zijn van de 'Marker Veer-express'. Daarbij noemde hij een aantal namen van medewerkers en de ex-eigenaar. Dat is vreemd. In de Nivo stond een uitvoerig artikel over 'eigenaar' Robert van Duuren uit Monnickendam. Volgens een artikel in 'Prettig Weekend' is hij eigenaar van het bedrijf 'Ditems' dat een 'joint venture' heeft met 'Tours&Tickets' van Erik de Visser. Op Marken werkt Bas Bouder uit Monnickendam samen met Erik de Visser die hem de toeristen levert voor zijn pas uitgebreide en vernieuwde klompenmakerij. Ook voor de visafslag op de Dijk, eveneens met fanfare heropend door wethouder Runderkamp, schijnt er zo'n samenwerking te bestaan.

Waarom onze wethouder zo 'very delighted' was, is moeilijk te begrijpen. Ondernemer Erik de Visser bepaalt waar de door hem vervoerde toeristen komen. Zo te zien is dat in toeristische ondernemingen die hij bezit of waar hij een direct of indirect belang in heeft. Op de een of andere manier komen toeristen voornamelijk langs zijn kassa's.

De bijdrage aan de plaatselijke economie van Volendam is dus marginaal. Erik de Visser profiteert van de uitstraling van de Dijk op Volendam met zijn haven. Hij heeft er zijn eigen keten van ondernemingen. Als die 100.000 toeristen die hij jaarlijks naar Volendam brengt niet meer komen (en daar dreigt hij af en toe mee), zou Volendam nauwelijks iets missen. Erik de Visser wel, maar waarom zouden we de Rode Loper voor hem uitleggen. Wat mij betreft kunnen we die 100.000 toeristen missen als kiespijn. Waarom heeft wethouder Runderkamp (economische zaken) dat niet door?

Heeft de stichting 'Promotie Volendam Edam' een rol gespeeld in het uitleggen van een rode loper voor Tours&Tickets? Zit er een luchtje aan? Heeft de wethouder bijvoorbeeld een rol gespeeld bij het omschrijven van een treintje van de Parallelweg naar de Haven als een 'voertuig waar minder validen tegen betaling gebruik van kunnen maken'? En waarom 'zwijgen' de mensen die het antwoord op deze vragen weten?

Inmiddels heeft de gemeente tot een integriteitsonderzoek besloten en de wethouder heeft daar mee ingestemd. Laten we hopen dat het onderzoek op een zodanige manier wordt uitgevoerd dat er geen vragen en twijfels over blijven. Een loyale medewerking aan het onderzoek door alle betrokkenen is daarvoor de beste garantie.


 


 


 


 


 

vrijdag 15 februari 2013

Hoofden op Hol

Eigenlijk is het het een ongelukkige liefde. Een ‘jas’ die van Volendam houdt en het oude dorp ziet veranderen in een kitsch-versie van zichzelf. Worden al die nep-geveltjes gebouwd om ons te plezieren? Of moeten de argeloze bezoekers en toeristen maar aannemen dat we het prachtig vinden? Ga naar de nieuwe wijken en je ziet ze niet meer. Je ziet er nog wel de puntgevels die de Julianaweg zo prachtig maken. Voor mij vormen die een architectonisch monument van de toekomst. Die puntgeveltjes vertellen een verhaal. Dat verhaal hoort bij een cultuur. Die nepgeveltjes vertellen niets . Het is namaak. De Zeestraat is mooi van lelijkheid. Ik heb hem met terugwerkende kracht weer in mijn hart gesloten. Er horen verhalen bij, net als bij de gevels van het Europaplein. Het vormt niet alleen een architectonisch archief. Er hoort ook een archief bij van verhalen die ons collectief geheugen vormen. Een shovel schuift alles straks in de puinbak. Een duidelijke lijn in mijn ‘kladblokken’ van de laatste maanden is de uitverkoop van de Oude Kom aan het slentertoerisme. Bewoners en ondernemers in de Oude Kom hebben er in toenemende mate last van. Ze hebben er niet om gevraagd. Het beleid wordt over ze uitgerold. Ik zag het als een van mijn taken om in te gaan tegen het gemak waarmee dat gebeurde. Het gemak waarmee bezwaren werden weggewuifd of afgekocht met loze beloften en fooien. De aanbidders van het gouden kalf dat ‘toerisme’ heet en ons al opzadelden met het Marinapark zien we niet. Ze gaan schuil achter een college dat voor hen de weg baant en een gemeenteraad die ja en amen zegt. Toen ik vragen stelde bij een wethouder en een stichting en de (schijn van) belangenverstrengeling zag, werd er hard terug geslagen. Nu ik echter de ‘strategische communicatieplannen’ van freule Kes voortijdig onder de aandacht bracht, balde de woede zich samen. En ik had al zoveel vijanden. Een beledigde burgemeester, luie raadsleden, een ondernemer in het bustoerisme en een politieke partij die vergeten is waartoe ze werd opgericht en waartoe ze op aarde is. Een krachtige burger is al lang niet meer het doel van het politieke bestel. Als je in de Oude Kom woont, ben je een onderdaan van het beleid en als je daar ondernemer bent, het voorwerp van spot. De krachtige burger is het nepgeveltje geworden van een partij waarvan het bootje fluks de haven uit zeilt om achter de einder stiekem te fuseren met het CDA. Dat er meneren zijn die hebben geprobeerd het Volendams Museum alvast leeg aan freule Kes te overhandigen, schijnt een leugen te zijn waarmee ik alleen als doel zou hebben om mensen te beschadigen. Zo stond het in een naschrift van de redactie onder mijn laatste kladblok. En ofschoon ik het aan de hand van documenten zo heb zien gebeuren, moet het anders, meer positiever worden uitgelegd. Met een nepgeveltje dat wel. De Nivo is eigenlijk ook nep. Je weet daar nooit wat ze voor een pet op hebben. Zo beschuldigen ze je van opzettelijke leugens, maar een week eerder complimenteerden ze me nog met mijn scherpzinnigheid. Maar toen ging het over de fusie met Zeevang. Je weet maar nooit wat je aan ze hebt. Als ze morgen een of andere lijzige tante die sist van boosheid aan de telefoon krijgen, geven ze die ook weer gelijk. Te veel petten daar. Dan verschuift de waarheid. Mijn kladblokken verschenen al meer dan tien jaar in de Nivo. Ze hebben heel wat kladblokken in hun kolommen afgedrukt waarvan ze wisten dat niet iedereen ze met plezier zou lezen. Dat moet ik ze nageven en daar moet ik ze voor bedanken. Vanwege het afscheid dat ze me hebben bereid ben ik echter niet vergevingsgezind. Ze hebben zich het hoofd op hol laten brengen. Onder druk wordt alles vloeibaar, zelfs de ruggen die ze vaak toonden te hebben. Het is jammer, maar niet het einde van de wereld. De officier van justitie die ze op me af hebben gestuurd heeft me slechts één feit ten laste gelegd en schreef daarover een enorm persbericht. Maar het gaat nog steeds over niet meer dan een verdenking. De wethouder van de (schijn van) belangenverstrengeling heeft inmiddels zelf om een onderzoek gevraagd en het zal wat mij betreft nog blijken dat freule Kes naar buiten niet duidelijk is geweest over haar uiteindelijke doel: de Zeestraat en het Europaplein vol zetten met nepgeveltjes. Ik verzeker u het wordt daar prachtig, schitterend, magnifiek, onovertrefbaar zelfs, en er komen ook nog bankjes en boompjes bij. Adieu trouwe lezers, hierbij geef ik mijn pen over aan de onbekende Volendammer of Volendamse die graag tegels licht, de achterkant van het gelijk opzoekt, mooie verhalen doorprikt, een hekel heeft aan nepgeveltjes en schijneenheid. Hij of zij kan zich melden bij de redactie van de Nivo.

Klacht naar Openbaar Ministerie Haarlem

Arrondissementsparket Haarlem

t.a.v. de Hoofdofficier van Justitie

Postbus 601

2003 RP Haarlem

Volendam, 14 februari 2013


 

Betreft: klacht kennisgeving voorwaardelijke niet-vervolging en daar aan gerelateerd persbericht


 

Geachte Mevrouw, mijnheer


 

Van de officier van justitie, De heer Mr. M.J.A.E. Rijssenbeek, ontving ik een kennisgeving, gedateerd te Haarlem op 30 januari 2013, waarin hij mij meedeelt mij, onder voorwaarde, niet te zullen vervolgen voor de verdenking van een strafbaar feit (smaad), dat door zou zijn gepleegd op 20 juni 2012 te Edam-Volendam.


 

In de kennisgeving (bijage 1) wordt gesteld dat ik 'verdacht' wordt van een overtreding. Naar mijn weten is een 'verdachte' in de bestaande rechtspraktijk geen schuldige. Tot mijn verwondering is in het door uw OM uitgebrachte persbericht (bijlage 2) sprake van schuldigheid.


 

Over deze kennisgeving van sepot, heb ik in relatie tot het uitgebrachte persbericht en wat daar aan vooraf is gegaan, een aantal klachten.


 

  1. Het is mij volstrekt onduidelijk welk mogelijk smaaddelict het betreft. Er is geen andere aanduiding dan een aanduiding van naam en plaats, maar die geven mij geen enkele informatie over de aard van het ten laste gelegde en het medium of de omstandigheden waarin is dat zou hebben gepleegd. Ik weet kortom niet waarover dit gaat. Dat acht ik onzorgvuldig te zijn.


     

  2. Inmiddels is mij gebleken dat een exact overeenkomstige omschrijving van de verdenking ook ter kennis is gebracht aan de bestuursleden van de stichting 'Rehabilitatie Brandpreventieambtenaar Cees Bont', de heren Keizer en Schilder. Dat betekent dat het veronderstelde strafbaar feit niet rechtstreeks gerelateerd is aan een van de hiervoor genoemde personen, terwijl, naar ik meen, de wet dat vereist.


     

  3. In het persbericht wordt gesteld dat ik op dezelfde wijze als Keizer en Schilder 'gelieerd' ben aan de stichting. Dit is onjuist en daarom onzorgvuldig. Ik heb diensten verleend aan de stichting, maar daaruit kan nog niet de conclusie worden getrokken dat ik in die hoedanigheid verantwoordelijk ben voor uitingen van de stichting. Ik ben wel verantwoordelijk voor de in de Nivo gepubliceerde columns onder de titel 'kladblok'. Daarin heb ik een aantal keren de kwestie aan de orde gesteld. Daar kan ik op aangesproken worden. Ik wijs er daarbij echter op dat columnisten een zekere vrijheid toekomt die bij de beoordeling van teksten dient te worden meegewogen. De Raad van de Journalistiek heeft daaromtrent in zijn 'leidraad' in artikel 3.1. hierover als uitgangspunt geformuleerd:

"3.1. Columnisten, cartoonisten en recensenten komt een grote mate van vrijheid toe om hun mening te geven over gebeurtenissen en personen. Daarbij zijn stijlmiddelen als overdrijven en bewust eenzijdig belichten geoorloofd. De grenzen van het toelaatbare worden overschreden wanneer cartoons en (passages in) columns en recensies in redelijkheid geen ruimte laten voor een andere karakterisering dan dat zij kwetsend en beledigend zijn voor personen of bevolkingsgroepen".

Ik heb de indruk dat er in de gemaakte afwegingen geen rekening is gehouden met het onderscheid naar de afzonderlijk betrokken personen en er geen rekening is gehouden met de onderscheidenlijke hoedanigheden. Ik acht dit onzorgvuldig en verwijtbaar.

  1. De door de officier van justitie ( verder: ovj/OM) gevolgde procedure wekt bij mij de nodige vragen. Er is een uitnodiging geweest van de politie Kennemerland tot verhoor. Ik ben daar niet op ingegaan omdat de ovj/OM mij niet in kennis heeft willen stellen van de aanklachten. Dat beperkte mijn voorbereiding op een mogelijk verhoor op zodanige wijze dat ik bevreesd was mij niet op de juiste wijze te kunnen verweren tijdens een verhoor. Via de advocaat van één van de verdachten werd vernomen dat de ovj/OM de aanklachten op verzoek van de klagers achter hield omdat die bevreesd waren dat ik en anderen, zoals de stichting, daar in de publiciteit voor de kwestie gebruik van zouden maken. Deze andere verdachte (Bont) heeft na lang aandringen van zijn advocaat de aanklachten in kunnen zien. Uit het oogpunt van gelijkheid had mij eveneens inzage in de aanklachten dienen te worden geboden. Dat zou me de gelegenheid hebben geboden om alsnog op de uitnodiging tot verhoor in te gaan. De weigering van de ovj/OM is overigens merkwaardig te noemen. Het gebeurt bijna dagelijks dat 'verdachten' rechtstreeks of via hun advocaten in de media verschijnen en zich op die manier publiekelijk verweren tegen aanklachten. Dat de ovj/OM toch hiertoe heeft besloten kan ik niet anders zien dan als een tegemoetkoming aan de wensen van de klagers en een negatie van de rechten van 'verdachten'. Ik acht dit uiterst onzorgvuldig te zijn en meen daardoor in mijn belangen te zijn getroffen.


     

  2. Omgekeerd heeft de ovj/OM wel gebruik gemaakt van publiciteit. Daarover heb ik bij hem een klacht ingediend bij de aanvang van de zaak (zie bijlage 3). Bij de beëindiging van de zaak heeft hij wederom een persbericht verspreid onder een paar dag- en weekbladen. Behalve dat ik dit als een soort extra straf beschouw, heb ik ook grote problemen met het laatste persbericht. Behalve wat ik daarover reeds in het voorgaande heb gesteld, zijn deze verder ongeveer dezelfde als welke ik had bij het eerste persbericht. Op zijn minst is de schijn aanwezig dat hier sprake is van een bevooroordeelde mening die beïnvloed is door de klagers.


     

  3. Door de advocaten is tijdens het in het persbericht genoemde 'kort geding' naar voren gebracht dat er in bepaalde omstandigheden er recht is op 'to shock and offend' overeenkomstig het Europese recht. De kort gedingrechter heeft dat in ieder geval erkend voor zover dat over de kwestie 'rehabilitatie' ging. Deze nuancering ontbreekt geheel in het persbericht. Daarin is slechts sprake van "Aanleiding voor de aangiftes waren de uitlatingen die door verschillende personen zijn gedaan in publicaties rondom de wijze waarop de gemeente is omgegaan met het ontslag van een brandpreventieambtenaar. Hier is, door een onjuiste weergave van het vonnis, sprake van onzorgvuldigheid. Deze weergave schept immers een onvolledig beeld van het vonnis.


     

  4. Een zichtbare afweging of er voor ons redenen waren overeenkomstig SR artikel 261 lid 3, heeft niet plaatsgevonden. De ovj/OM gaat er kennelijk vanuit dat de autoriteiten die door mij en de stichting in de publiciteit werden aangeklaagd onberispelijk hebben gehandeld en geen redenen hebben gegeven voor een stevige aanpak in de publiciteit. In het persbericht wordt daarover bericht: "…..en het is niet zonder meer aan het OM om een inhoudelijk oordeel te vellen over kwesties waarover burgers naar buiten treden." Dat doet het OM in haar perspublicatie echter wél. Het OM wekt in het persbericht de indruk dat termen als machtsmisbruik, intimidatie, pesten en niet integer handelen onterecht zijn gebruikt en daarom een overtreding behelzen. Een daad kan niet worden beoordeeld als wordt afgezien van de feiten en omstandigheden welke de oorzaak zijn van de daad. De ovj/OM heeft dat genegeerd en dat is onzorgvuldig te noemen. Nog onzorgvuldiger is het als hij in een persbericht de indruk wekt dat de gebezigde termen ten onrechte zijn gebruikt en er daarom geen redenen zijn voor het oordeel dat die termen inhouden.


     

  5. De meest onzorgvuldige zin uit het persbericht acht ik te zijn: In dit onderzoek heeft het OM geconstateerd dat de Stichting en de drie daaraan gelieerde personen (W.I.M. Keizer, P.J. Louter en H.M. Schilder) zich in diverse publicaties schuldig hebben gemaakt aan de strafbare feiten smaad en belediging. Dat is nogal in strijd met de feitelijke kennisgeving van 30 januari waarin slechts sprake is van de verdenking bij één enkel feit. De ovj/OM maakt zich hiermee schuldig aan uitlokking van onjuiste conclusies die in media uit het persbericht worden getrokken. Als bewijs daartoe overleg ik als bijlage (4) een artikel uit het dagblad Waterland van 2 februari 2012 dat opent met de kop 'Justitie laat smaad onbestraft'.


     

  6. In de kwestie waar het om gaat, distantieer ik me niet van uitlatingen als: machtsmisbruik, intimidatie, pesten en niet integer handelen. Het oordeel dat de kort gedingrechter daar aan heeft verbonden voor wat betreft de vaststellingsovereenkomst, wordt thans in beroep bestreden. Dat oordeel was gebaseerd op zijn overweging dat het om een aangelegenheid tussen Bont en de gemeente Edam-Volendam ging en te zien was als een interne aangelegenheid tussen een werkgever en een werknemer. Dat is onjuist. Ook de gemeente heeft naar aanleiding van een bezwaarschrift het op basis van jurisprudentie gevormde oordeel van de bezwaarschriftencommissie van Edam Volendam -dat het tevens een bestuurlijke aangelegenheid is- overgenomen. De feiten rond de rehabilitatie en de vaststellingovereenkomst zoals die door de stichting RCB zijn vastgelegd in het rapport 'Afgebrand', laten een oordeel, dat de ovj/OM als een overtreding ziet, wel degelijk toe. De gemeente Edam-Volendam is bij verschillende gelegenheden niet bereid geweest om de betwiste gebeurtenissen te laten onderzoeken en heeft zich toegelegd aan het toedekken van die gebeurtenissen. Dat de ovj/OM zich er van afmaakt met de mededeling in het persbericht ""…..en het is niet zonder meer aan het OM om een inhoudelijk oordeel te vellen over kwesties waarover burgers naar buiten treden" lijkt een uitvlucht te zijn die verbergt dat hij in feite de klagers ondersteunt in het toedekken van de waarheid.


     

  7. Er is nog steeds sprake van toedekking van de feitelijke oorzaken van de ramp. De ovj/OM maakt zich hier mede schuldig aan door in het persbericht op te roepen de zaak te laten rusten in het belang van slachtoffers van de brand die door publicaties weer herinnerd zouden worden aan de voor hen traumatische nieuwjaarsbrand. De ovj/OM maakt zich hier tot spreekbuis van de gemeente Edam-Volendam die haar eigen redenen heeft om de zaak in de vergetelheid te doen raken. Het argument is door de advocaat van de gemeente bij het kort geding naar voren gebracht. De kort gedingrechter heeft dat, waarschijnlijk vanuit goede bedoelingen maar kennelijke onwetendheid, overgenomen in zijn vonnis. De ovj/OM heeft dat nu weer overgenomen. Het argument is echter onjuist. Er zijn nog tal van slachtoffers die onder andere met de schuldvraag worstelen. Het laatste woord is daar nog lang niet over gezegd. De ovj/OM negeert echter dat soort gevoelens en kiest voor steun aan de gemeente Edam-Volendam die het grootste belang heeft om een aantal zaken onbesproken te laten.


 

  1. Het is wellicht niet geheel als toevallig te beschouwen dat de ovj/OM tot zijn besluit is gekomen nadat de gemeente de zaak met Cees Bont, voor wie ik ben opgekomen, heeft geschikt. Gezien de aard van het uitgebrachte persbericht kan ik niet aan de indruk ontkomen dat er gezocht is naar een afronding die de klagers tevreden kan stellen door een besluit tot niet vervolging publicitair het aanzien te geven van een publieke schandpaal.


     

  2. De bij het sepot opgelegde proeftijd lijkt meer demonstratief van aard te zijn dan praktisch. De houdbaarheid van de verdenking in een strafproces staat geenszins vast. De 'voorwaardelijkheid' lijkt daarom een dreigement in te houden die als doel heeft ons te willen beletten onze doeleinden na te streven door het aan de kaak stellen van autoriteiten. Heeft de ovj/OM werkelijk beoordeeld of wij redenen hebben de 'integriteit' van betrokkenen aan de orde te stellen? Daarnaast tenslotte heeft eigenlijk iedere Nederlander in zekere zin 'voorwaardelijk'. Tegen iedereen kan immers een zaak wegens 'smaad' worden geopend als daarover al dan niet terecht een aanklacht wordt ingediend.


     

  3. Alles overwegende kan ik geen vrede hebben met de aanpak door de ovj/OM. Ik acht zijn conclusie niet terecht. Deze is dan ook niet betwist geworden door advocaten of beoordeeld door een rechter. Nog minder terecht acht is de perspublicaties die bij het begin en einde van deze zaak zijn uitgebracht en zijn te zien als een bevooroordeelde inmenging in een lokale discussie ten gunste van autoriteiten wiens schuldige nalatigheid bij het ontstaan van de Nieuwjaarsbrand ten onrechte niet strafrechtelijk gewogen zijn.


     

  4. Er is alle reden om het einde van mijn brief van 26 juni 2012 nog eens in extenso te herhalen: "Door de gekozen aanpak is de schijn ontstaan dat u gevoelig bent voor druk die klagers op u zouden kunnen hebben uitgeoefend en u in die zin niet de indruk heeft vermeden dat u reeds bij de aanvang van het onderzoek blijk zou hebben kunnen gegeven van bevooroordeeldheid en partijdigheid. De veronderstelling dat u gevoelig zou kunnen zijn geweest voor door klagers op u uitgeoefende druk zal ik dienen te bespreken met mijn advocaat omdat het mijn ongerustheid wekt over een eerlijke en objectieve benadering door het OM. Mijn belangen zouden daardoor kunnen worden geschaad en de gewekte vrees daarvoor zal van invloed kunnen zijn op mijn houding tijdens het onderzoek en wat daarop kan volgen en onbedoeld en ongewild kunnen bijdragen aan een door vrees en wantrouwen bepaalde houding waarmee ik mijzelf mogelijk zou kunnen schaden. Het is daarom de vraag of er nog sprake kan zijn van een eerlijk proces. Mijn vertrouwen is geschaad.

Naast de door mij in casu veronderstelde onzorgvuldigheid zijn het voorts de regelmatige berichten over tunnelvisie en bevooroordeeldheid bij de berechting van verdachten, die bepaald niet bijdragen aan mijn vertrouwen dat altijd gerekend kan worden op een objectieve eerlijke rechtsgang. " Op deze brief heb ik een nietszeggend antwoord ontvangen, waaruit ik geen andere conclusie kon trekken dan dat mijn klacht van destijds niet serieus is genomen. Het laatste persbericht mag daar toch wel een overduidelijk bewijs van worden genoemd.


 

  1. Uit het geheel kan ik, alles overwegende, geen andere conclusie trekken dan dat de gang van zaken wijst op een grote mate van partijdigheid in een kwestie waarin daders door het OM uiteindelijk als slachtoffers worden gepresenteerd. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de klagers ruimhartig in de gelegenheid zijn gesteld om invloed uit te oefenen op het persbericht.

    Het paradoxale in dit geval bestaat uit een voor mij smadelijk te achten persbericht bij een verdenking jegens mij van smaad en daardoor het karakter aanneemt van een onrechtmatige daad. Het is een voorbeeld van 'naming and blaming'.


 

Ik leg deze klacht bij u neer met het uitdrukkelijke verzoek een gerectificeerd persbericht uit te brengen met een tekst die wél zorgvuldig kan worden genoemd en met de erkenning dat het eerder uitgebrachte persbericht onzorgvuldig was. Daarnaast verzoek ik de uitspraak van de ovj/OM te (doen) heroverwegen en bij voorkeur in te trekken met een begeleidend persbericht. Voor het overige behoud ik mij alle rechtsmogelijkheden voor om de aanpak van de ovj/OM/OM te bestrijden.


 

Hoogachtend,


 


 

P.J. Louter


 


 

Karveel 12, 1132 GT Volendam

O299 363669


 

Bijlagen: Kennisgeving Voorwaardelijke Niet Vervolging OO/MRIJ van 30 januari 2013

Persbericht OM

Mijn brief van 26 juni 2012

Publicatie Dagblad Waterland d.d. 2 februari 2013


 


 


 


 

zondag 25 november 2012

De 'Brink' van Volendam

KLADBLOK

Ze noemen het ‘Europaplein’. Alleen die naam al. Het is typisch de naam voor een gat in de bebouwing dat als parkeerruimte  zijn beste bestemming heeft gekregen en de Havenhof en omgeving voedde met consumenten. Beleidsmakers hebben dat parkeerterrein nu schoon geveegd. Er is een lege onbestemde ruimte overgebleven.

Dat zal niet zo blijven. In de toekomstdromen van de beleidsmakers zal dat plein eens gevuld zijn met toeristen uit de hele wereld die zich op dat plein mengen met de lokale bevolking. Het wordt volgens hun droom een plein vol bloemen en bankjes, spelende kinderen en keuvelende moeders die even uitrusten van al het gewinkel. Tevreden vaders spelen een spelletje straatschaak en worden vereeuwigd met de klikkende camera’s van toeristen. Betaalde figuranten lopen in het Volendams rond of zitten in hurkzit met hun goudse pijp te mijmeren over het verloren gegane verleden.
In dat verleden deelden de inwoners ‘de Dijk’ met de toeristen. In de ogen van beleidsmakers is dat niet voldoende. De inwoners dienen ook de oude kom voortaan te delen met toeristen. Het toeristisch gebied moet worden uitgebreid. Geduwd door de zachte maar dwingende hand van ondernemers in het verblijfstoerisme, hebben de beleidsmakers de kern van het dorp gestolen en een andere functie gegeven. Sindsdien mag er alleen maar historiserend gebouwd en verbouwd worden, ben je er mooi klaar mee als je in een huis woont dat door de beleidsmakers als monument is aangewezen en mag je alleen maar parkeren op plekken waar de beleidsmakers van denken dat de toerist zich er niet aan zal storen.

De investeringen in ‘Disneyland Volendam’ worden betaald door de belastingbetaler. Die betaalde al een paar miljoen voor de infrastructuur van het Marinapark en voor alle verkeersmaatregelen en de verbouwing van het Europaplein. De bewoners van de dorpskern betalen ook in de vorm van allerlei ongemakken en de winkeliers door omzetverlies. Door al die maatregelen gaat ook de economische functie van de dorpskern veranderen. De bakker en de slager kunnen beter klompen, kaas en pizza’s gaan verkopen en op prijs gaan concurreren met de ondernemers op de Dijk. De bevolking van Volendam begrijpt in toenemende mate dat ze niet echt welkom is in het centrum van het dorp. Zelfs de aanvoerlijnen van dagtoeristen worden uit de oude kom verbannen.  De beleidsmakers geven ruim baan aan de verblijfstoeristen en dragen zo bij aan het renderend maken van de commerciële investeringen in het verblijfstoerisme.

Beleidsmakers denken dat ze op basis van logica het gedrag van inwoners kunnen sturen. In de geschiedenis van dat soort beleid, blijkt altijd weer dat dat soort aannames verkeerd uitpakken. Ik voorzie dan ook dat op het winderige Europaplein de bankjes, uitgezonderd op zeldzame zomerse dagen, leeg zullen blijven.

Dat plein, dat onverlaten de naam ‘Europaplein’ hebben gegeven, is eigenlijk van ons allemaal, net zo als het centrum en de Dijk in feite ons allen toebehoren. Het is ons uitgaans- en winkelgebied. Stap voor stap zullen we dat moeten prijs geven aan de behoeften die verblijfstoeristen geacht worden te hebben.  De eerste slag hebben we nog kunnen winnen. Toen de VVD en het CDA  het cultureel centrum PiusX wilden verbannen naar een plek buiten de oude kom, kwamen we in opstand. We wilden niet dat een kernfunctie voor de bewoners van het dorp plaats moest maken voor dromen van investeerders in verblijfstoerisme. Nu dient zich een tweede plek des aanstoots aan. Willen we met een leeg plein blijven zitten, of willen we daar kunnen blijven parkeren?

Liever zou ik het ‘Europaplein’ willen omdopen in ‘De Brink’. Die naam verwijst naar een oud Nederlands gebruik om bepaalde stukken grondgebied niet aan een eigenaar toe te wijzen, maar te bestemmen voor gemeenschappelijk gebruik. Het plein was tot nu toe van ons allemaal, maar wordt nu opgeëist voor de uitbreiding van het toeristisch gebied. Als we dat laten gebeuren, is er geen houden meer aan. En het staat te gebeuren. Het college van burgemeester en wethouders heeft de gedupeerde winkeliers laten weten dat er niet te praten valt over de bestemming van het Europaplein. Daar wordt ik nogal bokkig van. Dan krijg ik de neiging om mijn auto daar gewoon neer te zetten, zoals ik altijd gewend was. Die toeristen moeten maar op de Dijk blijven. Daar is alles te vinden wat hun hart of maag begeert.

Ik steun de winkeliers van het Europaplein en omgeving omdat hun belang ook het mijne is. De dorpskern is het uitgaans- en winkelgebied van de inwoners van Volendam en dat moet wat mij betreft zo blijven. Als het college van B&W onder druk van Edammers terugkeert op haar schreden en het zand op speelplaatsen vervangt door (kunst)gras, moet het ook mogelijk zijn ze te laten inzien dat we het centrum niet van ons laten afpakken.

Oh ja, nog een vraagje: over hoeveel verblijfstoeristen per dag praten we eigenlijk?



dinsdag 13 november 2012

Bij de begrotingsbehandeling (begroting 2013) was niet alles slaapverwekkend KLADBLOK SPECIAAL



Laat ik maar met het goede nieuws beginnen. Onze gemeente is een rijke gemeente. Er staat veel geld op de bank. Er zijn genoeg reserves en er hoeft niet echt te worden bezuinigd. Er is veel mogelijk en de toekomst ziet er niet somber uit. Het jaar waarin zou moeten worden besloten om op bibliotheken of het peuterspeelzaalwerk te bezuinigen is nog heel ver weg. Dat het college trots is dat we als inwoners zo weinig hoeven te betalen, is echter ook niet helemaal waar. We betalen meer dan we denken en dat ga ik nog uitleggen.

Geen sfeer
De begrotingsbehandeling is toch een van de belangrijkste vergaderingen voor de gemeenteraad. Daar was weinig meer van te merken dan dat ze na afloop een borrel en een diner kregen aangeboden. Verder was het een soort vergadering dat ik slechte slapers kan aanbevelen als medicijn. Ferry Veerman is de meest slaapverwekkende spreker. Het kostte me moeite om er de aandacht bij te houden. Naast twee journalisten die er voor hun broodje zaten, was ik de enige belangstellende. Bij de raadsleden zag ik weinig inspiratie, het college oogde lusteloos en timide. Traditioneel is bij de gemeenteraadsvergaderingen de ambtelijke top aanwezig. Het was een rijtje, voornamelijk oude mannen met overwegend ondoorgrondelijke gezichten, dat oogde als een chinees partijcomité. Er waren maar een paar krenten in de pap. Dat was het bevlogen verhaal van Loek Kras die zich zorgen maakt over de jeugd. Minder opvallend waren de moties van GroenLinks. Maar ze vormden voor mij een hoogtepunt. De moties van GroenLinks kwamen voort uit gesprekken die ze met bevolkingsgroepen hebben gevoerd. Dat zie je niet veel meer bij de andere partijen.

Wordt er gesproken met de Europleinwinkeliers?
Die vraag werd aan wethouder Dorus Luyckx gesteld. Hij bevestigde dat er gepraat werd. Toen kwam er een politiek interessant moment. Janneke Rijpstra, fractievoorzitster van de PvdA, veerde op. “Klopt dat wel?”, vroeg ze haar wethouder, “want ik krijg net een mailtje van hun advocaat waarin staat dat het college niet wil praten zolang de winkeliers de aangespannen juridische procedures handhaven.” Dorus Luyckx begon er wat om heen te draaien, gaf geen rechtstreeks antwoord en benadrukte dat er wél wordt gepraat, maar op ambtelijk niveau. De rest van de raad zat te slapen, want dit had toch wel aanleiding kunnen worden voor een pittig politiek debatje. Ondertussen kan ik u vertellen hoe het echt zit. Een ambtelijk afgevaardigde van het college heeft de winkeliers laten weten dat er alleen gepraat kan worden als de procedures worden ingetrokken. Het college is van mening dat er anders geen gesprek op basis van gelijkwaardigheid kan plaatsvinden. Mooi is dat! Ik zie er het zoveelste signaal in dat het college door haar hooghartigheid het contact met de bevolking aan het kwijtraken is. Kijk, daar had ik nou wel eens een debat in de gemeenteraad over gevoerd willen zien. Maar de gemeenteraad lijkt al net zo hooghartig te worden en ziet daar kennelijk het belang niet van in.

Emile Karregat is verliefd
En niet zo’n beetje ook. Hij is verliefd op een plan dat hij een paar jaar geleden heeft ingediend en waar volgens hem niets van terecht komt. Een paar jaar geleden diende hij een plan in om alvast maar per jaar twee miljoen te gaan bezuinigen. Dan was je tenminste maar op tijd als er in de toekomst bezuinigingen nodig zouden zijn. Achteraf was het een stom plan en er is ook niets van terechtgekomen. Dat kan Emile niet hebben. Het was zo’n prachtig plan. Ik begreep eindelijk waar al die publicaties van de VVD over een gemeente die met geld smijt over gingen. Ze gingen over niks. Alhoewel, ze gingen over de liefdesbaby van Emile.
Ik zal het u uitleggen. Een vader vertelt zijn gezin dat er misschien moeilijke tijden aan zitten te komen. Hij stelt voor om alvast maar gaan te bezuinigen alsof die moeilijke tijden er al zijn. Na een paar jaar zuinig leven heeft dat gezin een enorme spaarpot. Mocht de tijd van bezuinigen aanbreken dan hebben ze geen enkel probleem, want ze hebben al bezuinigd. De berg spaargeld kunnen ze nu gebruiken om het huis op te laten schilderen, de kwakkelige wasmachine te vervangen, etc., want dat hadden ze allemaal uitgesteld.
Emile zat dan ook te pruilen dat er maar 3,5 miljoen in de pot zat, terwijl hij op 13 miljoen had gerekend. Op zijn voorstel is er al een paar jaar geleden bezuinigd, maar anders dan hij wilde wordt er weinig opgepot. Dat is geen enkel probleem want de gemeente beschikt al over meer dan genoeg reserves. Bovendien, zo herinnerden een aantal raadsleden Emile er fijntjes aan, had hij regelmatig ingestemd met uitgaven uit de spaarpot. Emile heeft een probleem. Hij kan geen afstand doen van zijn plannetje en staat daarin nagenoeg alleen.

Inwonerslasten laag?
De gemeente heeft trots aangekondigd dat ze de toch al lage inwonerslasten niet veel heeft hoeven verhogen. Dat klopt wel zo’n beetje, maar niet helemaal. We betalen ook verkapte belasting. Voor de CAI betalen we al jarenlang veel meer dan de gemeente aan kosten en andere inkomsten heeft. Voor veel dienstverlening, paspoorten, rijbewijzen, etc. betalen we veel meer dan de kostprijs, dat is dus ook verkapte belasting. De rioollasten die de laatste jaren flink zijn verhoogd, leveren voor de gemeente heel wat meer inkomsten op dan er kosten zijn. In de meerjarenbegroting zie je dat beeld voortgezet. Mijn conclusie is dan ook dat de inwonerslasten omlaag kunnen. De begroting biedt nog steeds voldoende ruimte voor weinig pijnlijke bezuinigingen. Ik vond het vreemd dat geen enkele partij er zo naar keek. Van bijvoorbeeld VD|80 zou je kunnen verwachten dat ze als een bok op de haverkist zitten als inwoners ook maar een cent te veel betalen. Er zijn naar mijn idee echt nieuwe politieke partijen nodig die in de toekomst daar weer een punt van maken.

De motie van de PvdA
De PvdA had maar één motie. Ze wilden 5000 euro extra uitgeven voor een tekstschrijver zodat de volgende begroting (van 2014) leesbaarder zou worden. De motie werd (terecht) door de anderen niet gesteund. Dat leidde nog tot een vinnig debatje tussen Janneke Rijpstra (PvdA) en de VVD. “We zijn niet op aarde om te (be)sparen, maar om te spenderen”, beet ze de VVD toe en bewees daarmee geheel in de socialistische traditie te staan.
Van een tekstschrijver zou de begroting trouwens niet veel leesbaarder worden. Het probleem zit in de door de begrotingsmakers gevolgde systematiek. Het heeft mij uren gekost om een helder beeld te krijgen en dat kan gewoon heel veel beter. Wat mij betreft kan veel detailinformatie naar bijlagen. Ik hoef niet te weten dat er in een sportzaal een nieuwe mat wordt gekocht voor 800 euro. Wanneer ik echter zoek naar de afzonderlijke subsidie voor PX en de Singel is die niet te vinden, zoals je er ook niet achter komt wat het verschil is in subsidie tussen de twee Edamse musea en het Volendams museum. Een tekstschrijver kan daar weinig aan verbeteren.  Daar heb je iemand voor nodig die weet hoe je cijfers moet presenteren voor een lezer die van hogere boekhoudkunde weinig afweet. De begroting 2013 is een boekhoudersbegroting. Maar raadsleden zijn over het algemeen geen boekhouders. Als je gemeenteraadsleden hun werk goed wil laten doen, moet je het heel anders presenteren als je wilt dat ze met de cijfers kunnen spelen. Daar mag mevrouw Rijpstra van mij wel meer geld voor uittrekken. Als persoonlijke wens vraag ik alvast maar om meer vergelijkingscijfers (benchmarks) en fte’s per programmaonderdeel.

Het amendement van het CDA
De zuinigerds zitten niet alleen bij de VVD. Bij het CDA kunnen ze er ook wat van. In een amendement (een soort motie) stelden ze voor om alle nieuwe uitgaven voor 2013 (prioriteitenlijst) te schrappen in verband met de door de regering aangekondigde bezuinigingen. Dat werd hier en daar wel met sympathie ontvangen, maar het CDA kreeg niet voldoende steun. De pijn zat hem in de onderwerpen. De renovatie van de Waterdam schrappen bijvoorbeeld, zou niet door iedereen gesteund worden. Het college zegde welwillend toe dat ze nog eens heel goed zou kijken welke nieuwe uitgaven niet strikt nodig zijn. De begroting werd gewoon zonder enige wijziging goedgekeurd. De gemeenteraad vertrouwde er dus op dat het college die toezegging wel zou nakomen.

Bezuinigingen
Laat de bezuinigingen maar komen. Dankzij Emile Karregat is er een paar jaar geleden al bij voorbaat bezuinigd. Alleen de pot voor nieuwe uitgaven zal lijden onder nieuwe bezuinigingen die door het Rijk worden opgelegd. Er ligt nog een nieuwe uitkering van het Nuon in het verschiet waardoor de toch al zeer royale rente-inkomsten van de gemeente nog aanzienlijk zullen toenemen. Die zouden bestemd kunnen worden voor noodzakelijke nieuwe uitgaven. Verder ben ik voor gewoon jaarlijks bezuinigen. Ieder jaar moet gewoon opnieuw worden gekeken waar er overbodig vet af kan. Dat past in een beleid waarin je gewoon nooit meer uitgeeft dan echt nodig is. Op die manier heeft geen van de raadsfracties naar de begroting gekeken. Althans, daar heb ik niks van gemerkt. Misschien zat ik wel te slapen.

Lang weekend op de louteringsberg
Die prijs reik ik deze keer uit voor de meest onnozele opmerking en gaat naar Kees Sier (VVD). In een debat over geluidsoverlast waar veel mensen problemen mee hebben, wist hij op te merken dat hij mensen kent die daar helemaal geen last van hebben. Dat is net zoiets als in een debat over roken roepen dat je mensen kent die daar geen schade van hebben ondervonden. Wat Kees Sier hoogstwaarschijnlijk bedoelde met zijn opmerking, is dat mensen die wel problemen ondervinden van geluidsoverlast wel zeurkousen moeten zijn. Daar mag hij van mij wel eens een lang weekend over nadenken.

Peter Louter

zondag 11 november 2012

Ernstige vragen over de plaatselijke VVD

KLADBLOK

Ex-gedeputeerde Hooijmaijers van de VVD blijkt nogal kladdig bezig te zijn geweest. Zijn banden met projectontwikkelaars en vastgoed-eigenaars waren goed voor hun en zijn portemonnee. Nu blijkt ook zijn voorganger Henri Meijdam, ook al VVD niet recht in de leer te zijn geweest als het op belangenverstrengeling aankomt. Bij een volksvertegenwoordiger is dat een doodzonde. Een volksvertegenwoordiger dient het algemeen belang en niet het bijzondere belang van grote private vastgoedondernemers.
De naam ‘Meijdam’ deed bij mij een belletje rinkelen. Hij is volgens mij de man die op het nippertje, één stem verschil, de Lange Weeren tot nieuwe woningbouwlocatie aangewezen wist te krijgen. Onze plaatselijke VVD prees hem daarvoor bijna de hemel in. Maar is het een schoon verhaal? Een van de belangrijkste eigenaren van de grond in de Lange Weeren is de projectontwikkelaar Scholtens BV. Die heeft banden met de VVD. De Volkskrant wist te melden dat Stef Blok, toekomstig VVD-minister voor Wonen en Rijksdiensten, commissaris is bij de Scholtens Groep. Natuurlijk is dat niet vanwege zijn blauwe ogen. Dat is vanwege zijn relaties binnen de VVD. Hij kreeg er 10.000 euro per jaar voor.
Als een projectontwikkelaar grond verwerft doet hij dat niet om er koeien op te laten grazen. Hij wil aan die grond verdienen. Dus gaat hij plannen ontwikkelen en oefent hij druk uit om die plannen tot stand te brengen. De bestemming van natuurlandschap moest worden omgezet naar woningbouwlocatie. Hoe meer politieke vrienden je hebt, des te beter dat gaat. Dat zo’n mes aan twee kanten kan snijden begreep Hooijmakers en wellicht ook Meijdam. Het is nauwelijks aan te nemen dat dit soort vriendjespolitiek zich ook niet uitstrekt tot plaatselijk niveau. Wat mij betreft zou dat eens grondig moeten worden onderzocht.
De Lange Weeren is overigens niet het enige project waar vragen bij kunnen worden gesteld. Een nog beter voorbeeld is het Marina-complex. Dat is aangelegd op een gifbelt en op buitendijks land met een natuurbestemming. Ook hier moeten de regels wel zeer buigzaam zijn toegepast. Samen met de plaatselijke VVD en het CDA verkocht de projectontwikkelaar zijn plannen als goed voor Volendam. Het dagtoerisme zou teruglopen, dus was er behoefte aan verblijfstoerisme. De gemeente werd onder druk van de VVD en het CDA overgehaald om een paar miljoen (van ons geld) in het project te investeren. Onze eigen mister VVD en omstreden genie Emile Karregat, verdedigde die investering met verve. Volgens de notulen van het raadsplein vertelde hij dat de gemeente jaarlijks 200.000 euro aan het project zou verdienen. Laat dat verhaal maar eens gecontroleerd worden.
Daar bleef het niet bij. Onder druk van de VVD en het CDA moest de dorpskern omgebouwd worden tot een aantrekkelijk oord voor verblijftoeristen. De grote vraag is nog steeds wie daar echt belang bij heeft. De bevolking van de dorpskern lijdt meer en meer onder deze aanpak. De belangen liggen duidelijk bij de investeerders die de gemeente zo ver wisten te krijgen om de dorpskern (van ons geld) te verbouwen tot een soort Disney-Volendam. Dat werd lang geheim gehouden. Cultureel Centrum PX mocht niet op zijn oude plaats herbouwd worden. Volgens het toenmalige CDA vanwege ‘voortschrijdend inzicht’. Die slag hebben ze gelukkig verloren, maar de verbouwing van de dorpskern tot vriendelijk oord voor verblijfstoeristen gaat onverdroten verder. VVD  en CDA drukten de ‘aanleg’ van het Marinapad (Zuideinde) door, terwijl daar nauwelijks verkeersproblemen waren die dat nodig maakten. De lasten drukken in hoge mate op de inwoners en ondernemers van de kern. Zij betalen op vele manieren het gelag. Het wordt tijd dat plaatselijke politici zich gaan bezinnen op wat er hier nu eigenlijk aan de hand is. Het wordt tijd dat algemeen belang en private belangen weer op een evenwichtige manier bij elkaar worden gebracht. De dorpskern is van ons allemaal.
De bouw van een nieuwe accommodatie gericht op verblijftoerisme staat op de agenda. Het is de vraag of we op dat pad wel verder moeten gaan.
Betrokkenheid van de VVD bij het verkopen van commerciële belangen als algemeen belang, is aantoonbaar. Recent pleitte de VVD nog voor een ondernemer die het kabelnet met een aanpak die nog niet is bewezen, wil moderniseren.
Het lijkt erop dat het liberalisme bij de plaatselijke VVD niet in goede handen is. Het lijkt ontaard te zijn in het bevorderen van commerciële belangen, ongeacht de vraag of de bevolking daar op zit te wachten. Het lijkt er op dat de fractieleden van de VVD gewoon zitten te lobbyen in plaats van het algemeen belang te dienen.  Tijd voor een motie van afkeuring!

Peter Louter

maandag 29 oktober 2012

KLADBLOK Is het geheugen van de VVD een vergiet?

 Een goed toneelstuk kan helemaal worden verpest door slechte acteurs. Als ik kijk hoe de plaatselijke VVD omgaat met het liberale gedachtengoed, moet ik altijd weer denken aan acteurs die het niet is gelukt om de teksten in hun hoofd te stampen. Uit hun mond klinken de van wijsheid getuigende liberale teksten altijd weer als een karikatuur. Neem nou het pleidooi in de Nivo en Stadskrant van VVD-fractielid Kees Sier (Goot) om het gemeentelijk kabelsysteem te vernieuwen en door TNO te laten testen. Dan zou Edam-Volendam als eerste beschikken over een nieuw systeem. Dat er een ondernemer achter zit die naarstig op zoek is naar een gemeente die bereid is hem een opdracht te geven, staat er natuurlijk niet bij. Daarom moeten we maar aannemen dat het de plaatselijke VVD slechts is begonnen om het stimuleren van de economie en het in de vaart der volkeren opstoten van hun geliefd Edam-Volendam.

Het zijn mijn slechte gedachten die maar niet kunnen uitsluiten dat ze een bevriend ondernemer aan een klus willen helpen. Maar hun tekst biedt alle aanleiding voor dat soort gedachten. Het is een verkooppraatje. Wonderkind en zelfbenoemd financieel genie (zie de krantenartikelen over hem), Emile Karregat, zag ik druk in gesprek met de ondernemers van rond het Europaplein. Wil hij hun problemen helpen oplossen of is het hem er slechts om te doen om stemming te kweken tegen de coalitie die het college van B&W vormt?

Ik durf het niet te zeggen. Als hij eerlijk is zal hij die ondernemers verteld hebben dat de problemen voortkomen uit het eerdere gedram van de VVD en het CDA. Die wilden maar al te graag de loper uitleggen voor het verblijfstoerisme. De belanghebbenden daarachter, de investeerders in het Marinapark, wilden een dorpscentrum zonder al te veel auto’s en autoverkeer en dat een cultureel en commercieel decor kon vormen voor verblijfstoeristen. Het Marinapad was het eerste succes voor de VVD en het CDA. Maar ik vrees dat onze Emile dat al weer is vergeten en zich haast zijn omstanders uit te leggen dat het falen van de plannen te wijten is aan het amateurisme van het huidige college. En dan hebben we nog wethouder Marisa Kes. Die is in woede is ontstoken nadat de VVD haar ervan had beschuldigd miljoenen over de balk te gooien. Ook zij twijfelt sterk aan de kwaliteit van de geheugens bij de plaatselijke VVD.

Nu ik het verhaal van Kes in de Nivo heb gelezen, denk ik dat ze gelijk heeft. Oud-wethouder Emile Karregat had precies kunnen weten hoe het zat. De kwestie heeft enige tijd in zijn portefeuille gezeten. Hij kende de problemen. Het was dus nogal brutaal van de VVD om een motie in te dienen waarin de aanpak van Kes werd veroordeeld. Het lijkt op goedkoop scoren. Het lijkt op opportunisme en populisme. Het lijkt op stemming kweken. Het lijkt nergens op.

Heeft de VVD dan niemand met een goed geheugen in haar midden die de club bij de les kan houden? Nu valt er best het nodige aan te merken op het huidige college. Intern krijgt ze de organisatie maar niet op orde. Extern verliest ze het vertrouwen van de bevolking door haar eigenwijsheid. Het huidige college is nooit goed in staat geweest om te luisteren. Dat veroorzaakt veel ruis en tegenwind. Daar kan het college niet zo goed tegen. Het begint zichtbaar te worden dat ze bezig is haar zelfvertrouwen te verliezen. Ze zoekt de oorzaak niet bij zichzelf. Het is de zeurende burger die geen geduld heeft of het niet begrijpt. In de malaise die dat veroorzaakt schieten de collegefracties tekort. Ze nemen het college in bescherming in plaats van kritisch te begeleiden. Dat maakt het alleen maar nog erger.

Zo’n situatie vraagt om een doordachte en kritische oppositie. Met vijf leden in de fractie zou dat bij uitstek een taak van de VVD dienen te zijn. Met het liberale gedachtegoed als beginsel zouden ze de weg kunnen wijzen. In plaats daarvan komen ze niet verder dan een zielige vertoning van applaushalers met goedkope en banale teksten. In zijn eentje bakt Loek Kras er heel wat meer van. Ik heb een aantal keren met genoegen naar hem geluisterd. Hij lijkt eindelijk op te bloeien nu hij de vrijheid neemt om op vrijmoedige wijze het geweten van de gemeenteraad te zijn. Loek is een liberaal in hart en ziel en werkt in zijn eentje harder dan die vijf gemakzuchtige would-be-liberalen bij elkaar.