zondag 25 november 2012

De 'Brink' van Volendam

KLADBLOK

Ze noemen het ‘Europaplein’. Alleen die naam al. Het is typisch de naam voor een gat in de bebouwing dat als parkeerruimte  zijn beste bestemming heeft gekregen en de Havenhof en omgeving voedde met consumenten. Beleidsmakers hebben dat parkeerterrein nu schoon geveegd. Er is een lege onbestemde ruimte overgebleven.

Dat zal niet zo blijven. In de toekomstdromen van de beleidsmakers zal dat plein eens gevuld zijn met toeristen uit de hele wereld die zich op dat plein mengen met de lokale bevolking. Het wordt volgens hun droom een plein vol bloemen en bankjes, spelende kinderen en keuvelende moeders die even uitrusten van al het gewinkel. Tevreden vaders spelen een spelletje straatschaak en worden vereeuwigd met de klikkende camera’s van toeristen. Betaalde figuranten lopen in het Volendams rond of zitten in hurkzit met hun goudse pijp te mijmeren over het verloren gegane verleden.
In dat verleden deelden de inwoners ‘de Dijk’ met de toeristen. In de ogen van beleidsmakers is dat niet voldoende. De inwoners dienen ook de oude kom voortaan te delen met toeristen. Het toeristisch gebied moet worden uitgebreid. Geduwd door de zachte maar dwingende hand van ondernemers in het verblijfstoerisme, hebben de beleidsmakers de kern van het dorp gestolen en een andere functie gegeven. Sindsdien mag er alleen maar historiserend gebouwd en verbouwd worden, ben je er mooi klaar mee als je in een huis woont dat door de beleidsmakers als monument is aangewezen en mag je alleen maar parkeren op plekken waar de beleidsmakers van denken dat de toerist zich er niet aan zal storen.

De investeringen in ‘Disneyland Volendam’ worden betaald door de belastingbetaler. Die betaalde al een paar miljoen voor de infrastructuur van het Marinapark en voor alle verkeersmaatregelen en de verbouwing van het Europaplein. De bewoners van de dorpskern betalen ook in de vorm van allerlei ongemakken en de winkeliers door omzetverlies. Door al die maatregelen gaat ook de economische functie van de dorpskern veranderen. De bakker en de slager kunnen beter klompen, kaas en pizza’s gaan verkopen en op prijs gaan concurreren met de ondernemers op de Dijk. De bevolking van Volendam begrijpt in toenemende mate dat ze niet echt welkom is in het centrum van het dorp. Zelfs de aanvoerlijnen van dagtoeristen worden uit de oude kom verbannen.  De beleidsmakers geven ruim baan aan de verblijfstoeristen en dragen zo bij aan het renderend maken van de commerciële investeringen in het verblijfstoerisme.

Beleidsmakers denken dat ze op basis van logica het gedrag van inwoners kunnen sturen. In de geschiedenis van dat soort beleid, blijkt altijd weer dat dat soort aannames verkeerd uitpakken. Ik voorzie dan ook dat op het winderige Europaplein de bankjes, uitgezonderd op zeldzame zomerse dagen, leeg zullen blijven.

Dat plein, dat onverlaten de naam ‘Europaplein’ hebben gegeven, is eigenlijk van ons allemaal, net zo als het centrum en de Dijk in feite ons allen toebehoren. Het is ons uitgaans- en winkelgebied. Stap voor stap zullen we dat moeten prijs geven aan de behoeften die verblijfstoeristen geacht worden te hebben.  De eerste slag hebben we nog kunnen winnen. Toen de VVD en het CDA  het cultureel centrum PiusX wilden verbannen naar een plek buiten de oude kom, kwamen we in opstand. We wilden niet dat een kernfunctie voor de bewoners van het dorp plaats moest maken voor dromen van investeerders in verblijfstoerisme. Nu dient zich een tweede plek des aanstoots aan. Willen we met een leeg plein blijven zitten, of willen we daar kunnen blijven parkeren?

Liever zou ik het ‘Europaplein’ willen omdopen in ‘De Brink’. Die naam verwijst naar een oud Nederlands gebruik om bepaalde stukken grondgebied niet aan een eigenaar toe te wijzen, maar te bestemmen voor gemeenschappelijk gebruik. Het plein was tot nu toe van ons allemaal, maar wordt nu opgeëist voor de uitbreiding van het toeristisch gebied. Als we dat laten gebeuren, is er geen houden meer aan. En het staat te gebeuren. Het college van burgemeester en wethouders heeft de gedupeerde winkeliers laten weten dat er niet te praten valt over de bestemming van het Europaplein. Daar wordt ik nogal bokkig van. Dan krijg ik de neiging om mijn auto daar gewoon neer te zetten, zoals ik altijd gewend was. Die toeristen moeten maar op de Dijk blijven. Daar is alles te vinden wat hun hart of maag begeert.

Ik steun de winkeliers van het Europaplein en omgeving omdat hun belang ook het mijne is. De dorpskern is het uitgaans- en winkelgebied van de inwoners van Volendam en dat moet wat mij betreft zo blijven. Als het college van B&W onder druk van Edammers terugkeert op haar schreden en het zand op speelplaatsen vervangt door (kunst)gras, moet het ook mogelijk zijn ze te laten inzien dat we het centrum niet van ons laten afpakken.

Oh ja, nog een vraagje: over hoeveel verblijfstoeristen per dag praten we eigenlijk?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten