woensdag 27 maart 2013

De bestuursstijl in Edam-Volendam, is die rood, geel, groen of blauw ?




KLADBLOK


Het indelen van management-stijlen in kleuren is mode in de organisatie-advieswereld. Vier kleuren houden de boel overzichtelijk, al zijn er ook management-trainers die meer kleuren gebruiken. Iedere kleur heeft zijn eigen temperament en kent zijn eigen manier van omgaan met problemen. Iedere kleur kent in zijn management-stijl ook de eigen valkuilen die vooral zichtbaar worden bij druk uit de omgeving. De informatie over dit onderwerp ontleen ik aan een artkel van Guiver Freeman. Zie de link onderaan deze column.


Rood is een veel voorkomende stijl van leiderschap. Het is het profiel met de meeste risico's. Bij een beoordeling van het management van de problematische vastgoedtak van de SNS-bank, bleek het grootste deel van de leiding te behoren tot het rode management-type. Ze worden beschreven als leidinggevenden die zich niet laten weerhouden door drempels en weerstanden.
Het leek me een aardig idee om mijn ervaringen met de leden van het college van burgemeester en wethouders in Edam-Volendam een kleur te geven. Dat is natuurlijke een hachelijke onderneming. Niemand is alleen maar zijn kleur. Vaker gaat het om mengvormen. Het leuke van die kleuren is ook dat degene waarop ze betrekking hebben meer oog heeft voor de positieve kanten van zijn dominante kleur, dan voor de negatieve kanten. De positieve mogelijkheden komen meestal tot hun recht als de druk niet groot is en de sociale omgeving voldoende corrigerend kan werken. Dat is niet altijd het geval.Daarom kies ik voor het voor het confronterend uitlichten van de door mij veronderstelde negatieve kanten van de leiderschap-stijlen van de leden van het college.


Dorus Luyckxis denk ik van het type Groen. Gemakkelijk in de omgang en informeel in de aanpak. De negatieve kanten zullen niet onbekend overkomen. Bij dit type wordt als negatieve kenmerken vermeld: Aarzelend, afwachtend, behoudend, besluiteloos, bezitterig, huilt snel, kan geen grenzen trekken, leuteraar, passief, probleemdenker, traag en zwak.


Bij de wethouders Runderkamp en Kroon-Sombroek, zie ik het blauwe type
als overheersend. Iets minder gemakkelijk in de omgang omdat ze aan de introverte kant zijn. Als negatieve kenmerken worden genoemd: achterdochtig, afstandelijk, bang voor fouten, bureaucratisch, denkt snel in hokjes, formalistisch, kan slecht fouten toegeven, kieskeurig, langzaam, ontwijkend en veeleisend.


De keuze voor de kleur van de burgemeesterkon ik snel maken, geel, zonder twijfel. Energiek en enthousiast. Ook een feestbeest. Jan Smit noemde hem de 'burgerfeester'. Verder een echt leiderstype met als negatieve kenmerken: anderen van tafel praten, arrogant, beïnvloedbaar, fantast, lawaaierig, maakt niets af, manipulatief, onbetrouwbaar, oppervlakkig, opschepper, overdrijver, snel afgeleid (chaotisch), en verkeerde prioriteiten.


Ook bij wethouder Kes is de keuze niet zo moeilijk. Binnen het college is ze volgens mij de enige met rood als overheersende kleur. Dit type is zakelijk, neemt risico's, is ernergiek, doelgericht en sturend. Als negatieve kenmerken wordt bij dit type genoemd: agressief, arrogant, bot, gaat over grenzen, gevoelloos, intimiderend, koppig, meldt niet waar zij heen wil en loopt ver voor de troepen uit. Zo ken ik haar.


Burgemeester Willem van Beek en wethouder Kes zijn degenen die het meest duidelijk de leiders lijken te zijn. Ze voelen zich volgens mij ook wel goed in elkaars gezelschap. Op foto's lopen of staan ze vaak dicht bij elkaar. Van die twee is Kes ongetwijfeld de sterkste. Ze is, denk ik, doortastender, meedogenlozer en minder beïnvloedbaar dan de burgemeester. Bij alle twee heb ik het idee dat ze hun minder goede eigenschappen niet zo goed in de hand hebben en er te weinig naar streven om de positieve mogelijkheden van hun dominante stijl duidelijk naar voren te laten komen. Volgens mij heeft dat mede te maken met de sociale omgeving en de daar heersende waarden en normen. Je zou dat kunnen omschrijven als de bestuurscultuur. Die wordt vooral door deze twee gedomineerd en met name door de negatieve kanten van hun wijze van optreden. Daarmee creëren ze als het ware hun eigen sociale omgeving en bestuurscultuur met sub-dominanten als volgers.


Over Kes heb ik al eens geschreven dat zij volgens mij eigenlijk niet past in een omgeving waar democratische waarden en normen en die van goed bestuur centraal staan. Ze past veel beter in een omgeving waarin haar mamagement-stijl een voordeel is in plaats van een nadeel. Ze hoort eerder in een omgeving waar 'getting things done' hoger op prijs wordt gesteld dan samen met mensen ergens naar toe werken.


Bij de informatie over de management-stijlen, staat ook hoe je het beste met ieder van de kleurtypen kunt omgaan. Dat lijkt me niet alleen van belang voor ambtenaren op het stadskantoor en burgers die met collegeleden te maken krijgen, maar met name ook voor de leden van de gemeenteraad. Hoe zou je bijvoorbeeld met Kes moeten omgaan? In de informatie wordt daarover (in de mannelijke vorm) verteld: "Rood is een snelle en flexibele denker. Hij heeft een enorme hekel aan tijdverspillen en te veel praten hoort voor hem in die categorie. Wees dus direct en toon zelfvertrouwen, houd oogcontact. Hij kan er meestal niet zo goed tegen als je hem aanraakt. Rood krijgt graag complimentjes. Zorg dat je wat je wil zeggen helder en duidelijk op een rij hebt. Noem feiten zonder te veel in te gaan op details. Ze willen zo snel mogelijk weten welke resultaten en uitkomsten zijn te verwachten en dan beslissen ze ook snel. Kom je afspraken na."
Ik zou het met vele voorbeelden kunnen larderen. Maar dat kunt u zelf ook. Misschien komt u op een andere keuze uit. Ik zou zeggen: doe uw voordeel met deze informatie!
Loop niet met deze kennis te koop. Het kan een blauw oog opleveren. Als die eenmaal rijp is vertoont die alle vier kleuren.


Als ik mezelf zou moeten typeren is het vooral blauw (analytisch) met een flinke scheut rood (strijdvaardig), maar daar mag u natuurlijk heel anders over denken. Ik heb er in ieder geval wel wat 'blauwe ogen' aan over gehouden
Voor meer uitgebreide informatie verwijs ik u naar deze link:
http://www.guiver-freeman.com/articles/201301_Rood-Geel-Blauw-Groen-Welke_kleur.pdf

dinsdag 19 maart 2013

KLADBLOK Greep op het nieuws



 



Voor me ligt een mail van Cor Kwakman (Pap) die als gemeentelijk voorlichter van Edam-Volendam de uitgever van een weekblad er op wijst dat de inzender van een bepaald soort nieuws (de stichting RCB) als min of meer verdacht moet worden gezien. 


Een nogal kwalijke poging om een weekblad te ontraden om een bepaald soort nieuws op te nemen. De betrokken redactie stelde het niet zo erg op prijs en deelde die mail met anderen. De gemeenteraad werd over deze kwalijke praktijk geïnformeerd, maar ondernam geen enkele actie.


Ik kies deze inleiding voor de vraag in hoeverre de gemeente Edam-Volendam het nieuws probeert te bepalen. Het is bijvoorbeeld opvallend zoals Pieter de Lange als journalist van het Noord Hollands Dagblad (NHD) uitsluitend positief over de voorgenomen fusie met Zeevang schrijft. Meerdere van zijn artikelen dragen een provocerende kop zoals: 'Volendammers omarmen Zeevang'. De Edamse Stadskrant had vorige week een objectief artikel over de informatieavond over de fusie, maar bracht deze week een artikel uit met een zeer positieve teneur. De redactie van de Nivo die altijd gretig mijn kritisch informatieve Kladbloks over de fusie opnam, plaatste vorige week een neutraal artikel over de fusie waarin geen kritische noot te bespeuren viel. Op de website Edam.Volendam weigerde de webmaster (Piet Reijers) vorige week mijn Kladblok 'De goednieuwsshow over de fusie' te plaatsen. Daar staat geen woord in waar iemand aanstoot zou kunnen nemen (http://hardewoorden.blogspot.nl/2013/03/de-goed-nieuwsshow-over-de-fusie.html). Op de website zijn kritische reacties op het fusienieuws overigens wel mogelijk.


Voor wie het nieuws van de laatste weken overziet, valt er alleen maar goed nieuws over de fusie te lezen. Kritisch nieuws is afwezig of wordt geweigerd. De gemeente Edam-Volendam heeft daar belang bij. Er komt binnenkort nog een telefonische enquête onder de bevolking. Een serie van positief gestemde berichten in nieuwsbladen, kan de uitslag van die enquête beïnvloeden. Het lijkt er op dat een 'goednieuwsshow' de geesten rijp moet maken om ja te zeggen tegen een fusie. De gemeenteraad kan daarna concluderen dat de bevolking positief gestemd is en 'ja' zeggen op het fusiebesluit.


Een levendige gedachtewisseling over de fusie wordt blijkbaar niet gewenst. Media lijken aan de leiband van de gemeente als belanghebbende te lopen. Dat lijkt me een ongewenste situatie. Media horen onafhankelijk, kritisch en informatief te zijn. Dat blijkt niet het geval te zijn. Als je de situatie in Edam-Volendam vergelijkt met de landelijke situatie valt het verschil pas goed op. Landelijke dagbladen volgen de overheid op een kritische manier, informeren de lezer en stellen de lezer zo in staat om zijn eigen mening te vormen.
Er is geen rechtstreeks bewijs voor de bewering dat de gemeente een 'goednieuwsshow' in de media orkestreert. Er zijn wel aanwijzingen. Het kan niet toevallig zijn dat alle media zich op vergelijkbare wijze positief uiten. Dat zou verontruste vragen moeten opleveren. In een democratie zou het niet mogelijk moeten zijn dat een gemeentelijke overheid media tot een bepaald gedrag kan aanzetten.


Bladen als de Nivo en de Stadskrant hebben in een teruglopende advertentiemarkt de gemeente nog steeds als grote klant en die zullen ze willen behouden. Wat het belang van het NHD in deze kwestie kan zijn, is voor mij onduidelijk. Partijdigheid van de website Edam.Volendam is helaas niet ongewoon. Als regel lijkt de webmaster op de hand van de gemeente te zijn en ruim baan te geven voor op de persoon gerichte aanvallen op kritische reageerders.


Dat de gemeente grote moeite heeft met een kritische benadering van haar beleid is me uit eigen ervaring met meerdere onderwerpen maar al te bekend. Het college reageert ook niet gemakkelijk op kritiek uit de gemeenteraad. Die is als regel aan de schaarse kant. Er kan ook worden gekeken naar de wijze waarop de burgemeester en wethouders met kritiek omgaan. Tegenstanders worden al snel als vijanden gezien en in het informele circuit afgebrand. Een enkele keer wordt dat direct zichtbaar. Dat was bijvoorbeeld het geval toen wethouder Runderkamp een grote groep ondernemers 'oenen' noemde.


Bij de beoordeling van dit onderwerp moet worden gekeken naar de politieke cultuur in de gemeente Edam-Volendam. Die werkt eerder beschermend naar politieke gezagsdragers dan naar de bevolking. Politieke gezagsdragers mogen kennelijk snel gekwetst raken als hun beleid of onderdelen daarvan onder vuur komen te liggen. Dat leidt tot het afweren en bedenkelijk maken van kritiek. Dat leidt tot een vorm van autocratisch beleid en een top-down- benadering.


Juist in zo'n situatie is een vrije pers van onmisbaar groot belang. Democratie kan alleen functioneren als er openheid is en als kritiek een vorm krijgt die een te grote ruimte voor machtsuitoefening beperkt. Geconstateerd moet worden dat zowel de gemeenteraad als de media daar een veel te zwakke rol in spelen.











 

woensdag 13 maart 2013

De ‘goed-nieuwsshow’ over de fusie


                                                                
NHD (Pieter de Lange) levert hand- en spandiensten bij de fusie


KLADBLOK

Het begon al meteen goed. Ik zat naast de verslaggever van het NHD. Nog voor de bijeenkomst begon, kwam Cor Kwakman, de gemeentelijke voorlichter hem overlopend van enthousiasme complimenteren met zijn stuk over de fusie.
De spindoctor zo direct aan het werk zien, overkomt je maar zelden. De volgende dag kopte het NHD: "Ook in Edam bijval voor fusie met Zeevang". Daar kom ik nog op terug.


Er waren zo'n zestig stemmers op komen dagen voor de informatieavond in Edam. Al vanaf de eerste peiling was duidelijk dat ze een uiterst positieve grondhouding hadden ten opzichte van de fusie. Gemiddeld waren ze op leeftijd. Slechts enkelen hadden kritische vragen. Ze werden geroutineerd met een kluitje het riet in gestuurd. Verschillende aanwezigen merkten op dat Edam en Zeevang door de eeuwen heen een historische band hadden. Leuk, maar de vervolgvraag had natuurlijk moeten luiden: waarom zijn ze dan in de tegenwoordige tijd zo uit elkaar gegroeid?


De bevolking van Edam-Volendam en Zeevang lijkt op elkaar, was een van de stellingen. Globaal geldt dat voor de leeftijdsopbouw en soort van beroepen. Zo'n stelling verbergt meer informatie dan dat die prijsgeeft. Hoe zit het met de verschillen in cultuur en bedrijvigheid, vroeg een van de aanwezigen zich af. Verschil in cultuur doet er niet zo toe, was het antwoord, ook bedrijvigheid was geen punt. Boeren zijn ook ondernemers en daar hebben ze er veel van in Zeevang.


Wat gaat het betekenen voor de politieke machtsverhoudingen?, vroeg een ander zich af. Een belangrijke vraag en een potentieel mijnenveld. Beide burgemeesters zeilden geroutineerd om de kern van de vraag heen. Dat maken de kiezers straks wel uit, was het antwoord, en ja de kiesdrempel voor een zetel in de raad gaat omhoog. Zo was er voor ieder probleem wel een geruststellend antwoord voorhanden.


Is Edam nu voorstander van de fusie? Een eerlijke politicus of journalist zou daar zijn vraagtekens bij kunnen hebben. Ik heb ze in ieder geval. De representativiteit van zo'n bijeenkomst is gering. Bovendien waren ze vooraf al beïnvloed. Het NHD kopte afgelopen zaterdag immers nog: "Volendammers omarmen Zeevang". Maar een beetje politicus of journalist zou daar ernstige vragen over moeten hebben. Bekend is dat maar heel weinig Volendammers voorstander zijn van zo'n fusie. Je zou je dan op zijn minst de vraag moeten stellen hoe het komt dat er maar zo weinig (30) mensen waren komen opdagen voor de Volendamse informatieavond en voor 90 procent, voorstander van de fusie bleken te zijn. Hier klopt iets niet.
De journalist van het NHD is te vergelijken met een sportverslaggever bij een voetbalwedstrijd met een zeer partijdige scheidsrechter. Als hij daarna in de krant schrijft 'dat de winnaar zich naar de zege heeft gevochten', pleegt hij net zo'n bedrog wanneer hij schrijft: 'Volendammers omarmen Zeevang' en daarna: 'Ook in Edam bijval voor fusie met Zeevang'. Het probleem zit in het woordje 'ook'. Hoezo 'ook'? Wil hij ons werkelijk doen geloven dat Volendam Zeevang omarmt en Edam het daarna ook deed? De Edamse Stadskrant deed het beter. De journalist schreef naar aanleiding van de bijeenkomst: "Of de aanbeveling representatief is blijft een vraag, aangezien in Volendam slechts 30 inwoners de bijeenkomst bezochten. In Edam kwamen afgelopen maandag 60 bewoners op de bijeenkomst af." 


Ik kan maar één conclusie trekken. De journalist van het NHD is zijn objectiviteit en neutraliteit geheel kwijtgeraakt en beïnvloedt opinies met een partijdige berichtgeving. "Hoezo, mijnheer Louter", zou hij me kunnen vragen, "op de Volendamse bijeenkomst was toch 90 procent vóór de fusie?" Daar heeft hij gelijk in. Ik denk echter dat als ik morgen 30 mensen in het 'praathuisje' vind die allemaal tegen de fusie zijn, hij daar geen woord over zal schrijven. Het past niet in het beeld dat hij wil uitdragen, hij lijkt de autoriteiten te willen helpen om de bevolking rijp te maken voor een fusie. Van een onbetrouwbaar bewijs, maakt hij een overtuigende tekst: 'Volendammers omarmen Zeevang'. 


De hele gang van zaken wekt bij mij alleen maar vragen. Het is maar al te duidelijk dat beide burgemeesters en hun colleges een fusie willen. Zeevang maakte ook duidelijk waarom ze met ons wil fuseren. Bij een aansluiting bij Purmerend moeten ze zich volledig aanpassen aan de daar bestaande gang van zaken, terwijl de hartelijkheid waarmee ze hier ontvangen werden uitzicht geeft op de mogelijkheid dat ze wat in de melk te brokkelen houden. De vraag is hoe je zo'n fusie voor elkaar krijgt als een groot deel van de bevolking dat eigenlijk niet ziet zitten. Het ontwijken van moeilijke vragen en het voorkomen van diepgravende discussie is dan de belangrijkste opgave. En het is mooi als een krant-mijnheer daar bereidwillig bij helpt.
Ik zal u alvast wat verklappen. De fusie gaat door, tenzij er een referendum komt. Maar een referendum komt er niet. De mogelijk uitkomst daarvan wordt als een te groot risico gezien.

 
n.b Ook de website Edam.Volendam weigerde deze column te publiceren. Kennelijk mag de fusie alleen nog maar positief in beeld worden gebracht. Verspreid de link als de tekst u aanspreekt

woensdag 6 maart 2013

KLADBLOK Een wethouder met lege handen

                                                                         

De raadsvergadering van 28 februari kende beslist enig drama. Het college had op voorstel van wethouder Kes de gemeenteraad gevraagd om het plan voor herstructurering van het Dorpshart op hoofdlijnen goed te keuren. Dat was de gemeenteraad niet van plan.

Diane Kwakman van de VVD opende de reeks van kritiek uit de raadsfracties met de opmerking dat de wethouder de zaak omdraait en aan de finish wil beginnen. Ook Janneke Rijpstra (PvdA) had de nodige bedenkingen over het topdown-proces en merkte op dat zo’n omvangrijk plan 15 jaar geleden een kans had gemaakt, maar nu een hachelijke onderneming is. Alleen VD|80 bleef de wethouder onverkort steunen in haar wensen. Het plan werd nog eens uitvoerig uit de doeken gedaan in een presentatie door WPM. WPM is een bedrijf in vastgoedontwikkeling dat ook een samenwerkingsverband heeft met een van de grootste ondernemers in parkeerbeheer.

Na de eerste ronde bleek de wethouder aangeslagen te zijn. Ze verweet de gemeenteraad dat die zich niet durfde uit te spreken nu er publiek bij was en vond dat maar zwak van de raad. Ze had er schoon genoeg van dat het college zich moest verdedigen tegen de gemeenteraad. Ze was onaangenaam verrast. De raad liet deze oprispingen langs haar kant gaan. Alleen fractievoorzitter Runderkamp van de VVD zette de zaak op scherp. Hij constateerde dat de wethouder niet geluisterd had. Hij wees er op dat de gemeenteraad slechts geld beschikbaar had gesteld voor visie-ontwikkeling. De wethouder legt echter een uitgewerkt plan voor en vraagt dat op hoofdlijnen goed te keuren. Ga nou eerst maar eens praten met de ondernemers en de bevolking, was zijn boodschap.

Wethouder Kes verzuchtte daarop dat ze niet met lege handen de inspraak kon ingaan. Dat was het moment dat de gemeenteraad zich liet verleiden net een stapje verder te gaan dan ze van plan was. Kes had met de visie in de hand het gesprek kunnen aangaan met de belanghebbenden. Ze wilde echter meer en kreeg het. Veel was dat overigens niet. De raad gaf haar (op aandringen van VD|80) wat voorlopige uitgangspunten mee en benadrukte dat ze zich nergens aan gebonden achtte.

Wethouder Kes komt nu met lege handen naar de bevolking. Ze kan geen beroep doen op zaken die de raad al heeft besloten en daarom de inspraak beperken. In feite staat het hele plan nu ter discussie. Over de vraag wat nu eigenlijk inspraak is, werd door de gemeenteraad lang gesteggeld en leidde tot een Babylonische spraakverwarring. Ik kreeg de neiging om in de ring te springen en de gespreksleiding over te nemen. Het zou niet veel hebben geholpen. Politici hebben soms belang bij onduidelijkheid om hun bedoelingen te verbergen.

Mijn buurman op de publieke tribune wist het wel. Hij neemt deel aan het beraad over het Noordeinde en zag zoals het daar gaat als een ideaal model. Samen kijken naar wat de problemen zijn en samen kijken hoe je die kan oplossen. Daar kon ik van harte mee instemmen. De wethouder dient dus als ze in gesprek gaat met de ondernemers en bevolking in de Oude Kom eerst met hen te inventariseren welke problemen er nu eigenlijk zijn.

In de vergadering bleek al dat haar eigen probleemstelling niet helemaal klopte. Haar stelling is dat, in vergelijking met andere centra, Volendam te weinig winkelvloeroppervlak heeft. In de vergadering bleek dat er geen tekort aan winkels bestaat, maar dat de winkels in vergelijking met elders gemiddeld niet groot zijn. Dat hoort bij Volendam! Weer even later bleek dat er maar een paar winkels zijn (Action en Hema bijvoorbeeld) die behoefte hebben aan uitbreiding. Daar hoeft natuurlijk niet de hele Oude Kom voor verbouwd te worden.

De wethouder is een schaakster. Ze heeft zo al heel wat binnen gehaald. In de Oude Kom moet historiserend worden gebouwd, er zijn monumenten aangewezen, de gemeente heeft een voorkeursrecht bij de aankoop van bepaalde woningen, het Europaplein is vrijgemaakt van auto’s en AMVO-terrein is ontdaan van toeristenbussen. In de raadsvergadering bleef ze schaken. Ze kondigde alvast aan geen detailhandel op industriegebieden toe te zullen staan en dirigeerde zo alvast ondernemers met plannen in die richting naar de nog te bouwen nieuwe winkeloppervlak in het Dorpshart.

Een slecht luisterende wethouder met een eigen agenda zie ik niet van harte de inspraak ingaan. Of ze dat eigenlijk wel kan, zal nog moeten blijken. De gemeenteraad heeft ruimte gemaakt voor een open gesprek en een open begin. Het is nu aan de ondernemers en inwoners om haar daar aan te houden. Niets moet, alles mag.

zondag 3 maart 2013

Is wethouder Runderkamp (de Mepper) zelf een ‘oen’?


Is wethouder Runderkamp een 'oen'? Die vraag kan ik bevestigend beantwoorden. Ik doe dat na lezing van de klacht die hij op 25 februari 2013 heeft ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten. Die is gericht tegen de advocate (Mevrouw Mr. M.H. van der Weit) van de ca. 50 winkeliers rondom het Europaplein. Die advocate heeft zich in zijn ogen bezondigd door niet op te treden als advocaat, maar als politieke agitator.

Uit zijn brief: 'ze heeft de winkeliers 'opgeruid' en de wethouder en zijn partij 'zwart' proberen te maken. Ze misbruikt de belangen van haar cliënten voor politieke doeleinden. Ze trommelt publiek op om de gemeenteraad onder druk te zetten. Ze dreigt. Ze heeft de wethouder in een positie gemanoeuvreerd om in te stemmen met een raadsonderzoek naar zijn handelen. Haar opmerkingen zijn suggestief, onnodig grievend en belasterend voor zijn persoon en in het geheel niet onderbouwd. Ze probeert bewust de democratische besluitvorming door de Raad op een negatieve manier te beïnvloeden. Ze zit zelf in de politiek, net als de echtgenote van de kaasboer aan het Europaplein. Onderzocht zou moeten worden of in dat verband sprake is van onacceptabele nauwe banden. Ze doet het eigenlijk niet zelf, maar laat zich leiden door ene heer mr. drs. K. Bond. Het is nog maar de vraag of ze optreedt namens 51 ondernemers. De wethouder denkt dat het er misschien maar 7 zijn, althans die kent hij. Dat het er 51 zijn vindt hij op zijn minst zeer onwaarschijnlijk. Of en zo ja, welke ondernemers haar betalen voor haar diensten is hem niet bekend.'


Nadat ik de brief en de vele bijlagen had uitgelezen, heb ik een tijdje verbijsterd voor me uit zitten staren. Wat een 'oen' was mijn eerste heldere gedachte. Dat was een spontane conclusie. Vervolgens ordende ik mijn gedachten, zette de zaak op een rijtje en kwam vervolgens op een beredeneerde manier wederom tot de conclusie: "wat een 'oen'." Begrijp me niet verkeerd. Als de wethouder van mening is dat een advocaat in strijd handelt met de regels van zijn beroep, is een klacht gerechtvaardigd. Echter een wethouder die op het moment van het indienen van de klacht zelf onderwerp is van een integriteitsonderzoek, moet zijn woorden wel heel zorgvuldig kiezen. Dat heeft hij bepaald niet gedaan. De klacht is in boosheid geschreven. Zulke brieven kun je na het schrijven beter in de prullenbak gooien en dat had de wethouder moeten doen. Nu heeft hij een klacht ingediend waarvan de tekst suggestief is, onnodig grievend en belasterend. Hij heeft daarmee letterlijk zich schuldig gemaakt aan datgene wat hij de advocate verwijt. Zo voegt hij een nieuwe gebeurtenis toe aan een geschiedenis die vragen heeft opgeleverd over zijn integriteit.


Het is een kinderachtige klacht. Hij is gebaseerd op het model: 'wat je zegt, dat ben je zelf!'. Het is een stomme klacht. Het is immers een klacht die laat zien wat de wethouder denkt. Hij is niet gebaseerd op wat de wethouder als wethouder weet. Het is een belachelijke klacht omdat de wethouder de indruk wekt dat er een complot tegen hem aan de gang is. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom hij aandringt op een onderzoek naar 'onacceptabele banden' tussen de advocate en de echtgenote van de kaaswinkelier. Het is een onacceptabele klacht omdat hij de indruk wekt dat het maar om een handjevol ondernemers gaat. De tot de nok gevulde vergaderzaal waar de meeste aanwezigen een T-shirt met de tekst "OEN" droegen, verzwijgt en negeert hij.


De tekst van de klacht levert een ongemakkelijk inkijkje op in het politieke denken op het niveau van het college van burgemeester en wethouders. Als je wordt aangevallen, ga je om je heen slaan. Je construeert aan de hand van subjectieve vermoedens een situatie waarin de aanvaller een laaghartig individu wordt. Hoe laaghartiger je zo'n individu portretteert des te schoner kom je er zelf uit. Althans, dat is de bedoeling. Wie dat handig doet, kan daarmee ver komen in het oproepen van vijandbeelden ten behoeve van solidaire afkeer. Maar deze wethouder is allesbehalve handig. Hij doet het op een manier die hem zelf ongeloofwaardig maakt. Hij overdrijft op een manier die vragen oproept en laat zijn gekwetste gevoelens een veel te grote rol spelen.


Met zijn klacht beschadigt de wethouder niet alleen zichzelf. Hij beschadigt de partij die hem in het college heeft afgevaardigd en hij beschadigt het aanzien van de politiek. Daar is maar één oplossing voor: onmiddellijk aftreden.