maandag 30 december 2013

Dominostenen en de Zeestraat


KLADBLOK


Dominostenen kun je op twee manieren gebruiken. Je kunt ze aan elkaar leggen. Dat is de moeilijkste manier. Je moet soms wachten tot de steen die je hebt, past. De andere manier om dominostenen te gebruiken is door ze rechtop te zetten. Eén tikje tegen de eerste steen  is dan voldoende om een hele reeks van stenen te laten vallen.

Nu de gemeenteraad van Edam-Volendam heeft ingestemd met de aankoop van het pand Zeestraat 35 in het centrum van Volendam, is het de vraag geworden hoe de gemeente haar dominostenen wil gaan gebruiken. Wordt het de moeilijke of de gemakkelijke manier? Een maand eerder stemde de gemeenteraad in met het bestemmingsplan ‘Europaplein-Zeestraat’. Het zou interessant zijn geweest als we hadden kunnen weten welke beelden de verschillende fracties en het college daarbij in gedachten hadden. De CDA-fractie liet in haar stemverklaring bijvoorbeeld weten dat haar een kleinschalige en natuurlijke ontwikkeling voor ogen stond.  Vertelde de fractie toen echt wat ze dacht, of was het een geruststellend verhaal bij de mogelijkheid dat het heel anders kan uitvallen? Het goedgekeurde bestemmingsplan, maakt van alles mogelijk.

Welke beelden zou wethouder Kes (VD|80) in gedachten hebben gehad toe ze het bestemmingsplan aanbood en in de gemeenteraad verdedigde? Die vraag wordt weer interessant nu ze de gemeenteraad voorstelde om Zeestraat 35 aan te kopen. Het pand ligt aan het begin van de Zeestraat en past bepaald niet bij het idee van bijvoorbeeld het CDA over kleinschalige ontwikkelingen.

De discussie in de gemeenteraad was ook nogal merkwaardig. “Waarom zouden we het kopen”, was een van de vragen. Het antwoord waar bijna iedereen mee akkoord ging, luidde eenvoudig: “Omdat we in het verleden besloten hebben om in dat gebied een voorkeursrecht bij de verkoop van panden te hebben”.  Dat is juist. Verkopers zijn daardoor gedwongen hun huis eerst aan de gemeente aan te bieden.  Maar de vraag die niet werd gesteld was natuurlijk: “Om welke reden willen we in dit geval gebruik  maken van ons voorkeursrecht?” Het uitblijven van die vraag maakt mij behoorlijk wantrouwig omdat een eventueel antwoord iets zou kunnen onthullen waarover men nu nog liever zwijgt. Bijvoorbeeld de uitbreiding van de Havenhof tot aan het begin van de Zeestraat.

Lijst Kras lag bij dit onderwerp het duidelijkst dwars. ‘Met die aankoop breng je een onomkeerbare ontwikkeling op gang’, was het bezwaar. Je zou kunnen zeggen dat ze de dominostenen al zagen vallen. Ook GroenLinks had de nodige twijfels. Maar die olifant in de raadszaal werd simpelweg genegeerd. In het bestemmingsplan heeft wethouder Kes ruimte gemaakt voor grootschalige ontwikkelingen die niemand zegt te willen. Als ze wellicht over een paar jaar met grootschalige plannen naar de gemeenteraad gaat, kan ze simpelweg stellen dat de gegeven goedkeuring voor het bestemmingsplan dat mogelijk maakt. 

Is dat een ontwikkeling waar we rekening mee moeten houden? Dat denk ik wel. De wethouder heeft al eerder een grootschalig plan gelanceerd dat door de gemeenteraad werd teruggefloten. Nu het bestemmingsplan er is, heeft ze alle ruimte om er weer mee aan de slag te gaan.

De oude Kom van Volendam is een gebied waar bouwers, projectontwikkelaars en grote investeerders begerig naar kijken. De oostelijke wand van het Europaplein is al in het bezit van een van de grootste bouwers van Volendam. De wethouder heeft tot nu toe niet de indruk gemaakt ze iets in de weg te willen leggen en de fractie van VD|80 met voorman Nico Karhof, steunt haar daarin volop.

De aankoop van Zeestraat 35 door de gemeente is een zet op het schaakbord van de wethouder die in feite laat zien wat ze van plan is.  Dat partijen als de VVD, het CDA en VD|80 haar steunden zou er op kunnen wijzen dat die fracties bemand worden door goedgelovige en naïeve raadsleden. Eerlijk gezegd lijkt me dat niet het geval. Het lijkt er daarom op dat de inwoners van Volendam belazerd worden. Ik acht dat zeer waarschijnlijk. Dat zal ik volhouden tot die partijen precies kunnen uitleggen waarom juist de aankoop van dit pand door hen is goedgekeurd. Het smoesje dat het gebeurde omdat de gemeente nu eenmaal een voorkeursrecht kan uit oefenen, is daarbij niet aanvaardbaar.

Het grootste probleem van de gemeente en in het bijzonder van wethouder Kes is dat er onder de bevolking en de winkeliers grote bezwaren leven tegen de plannen voor een grootschalige ontwikkeling van het centrum van Volendam. Als bestuurlijk vertegenwoordigster van een partij die zegt de burger weer krachtig te willen maken, heeft wethouder Kes een groot probleem. Tot nu toe is ze met slimme zetten op het schaakbord ver gekomen.

Voor de bevolking en de winkeliers lijkt er maar één keuze te zijn weggelegd. Die is om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen de fractie van Lijst Kras zo groot te maken dat ze het vallen van de dominostenen kan tegenhouden.



zondag 22 december 2013

Gemeenteraad Edam-Volendam kletst avond vol


                                           
   

KLADBLOK

Met maar twee wethouders en een burgemeester die de portefeuille ‘Financiën’ erbij heeft genomen, weet het college van Edam-Volendam er aardig de vaart in te houden. In de bespreekrondes die aan de raadsvergadering (van 19 december 2013) zelf vooraf gingen stonden twee onderwerpen centraal.  In de kleine zaal ging het om de achterstand in het onderhoud van straten en wegen. Zou interessant kunnen zijn, maar ik koos voor de grote zaal waar ‘transities in het sociale domein’ op de agenda stonden. Een paar raadsleden klaagden ook al over de moeilijke woorden, het jargon en al die afkortingen. Er had gewoon boven kunnen staan: 'Hoe gaan we de zorgtaken die het rijk op de gemeente afschuift, oppakken?

Budget jeugdzorg lager in 2014

Al bij de eerste vragenronde kon je aan de voorzichtige vragen merken dat veel raadsleden niet veel meer hadden gedaan dan wat door dat dikke pak papier bladeren. De wethouder leek dat ook wel te begrijpen en nam uitvoerig de tijd om het allemaal nog eens uit te leggen. Daar waren de raadsleden haar zeer dankbaar voor. In de tweede ronde complimenteerden ze haar allemaal met haar uitvoerige antwoord. Het ging vooral over details en het was zo saai dat ik twee keer naar beneden ben gegaan om een kop koffie te halen. De wethouder mevrouw Kroon-Sombroek is allesbehalve een begenadigd spreekster, maar haar kan zeker niet verweten worden dat ze de materie niet kende. Haar belangrijkste boodschap was echter: in dit stadium weten we nog niets zeker.
Gaandeweg bleek er in ieder geval een duidelijk probleem te zijn. Ondanks dat het rijk de budgetten voor Jeugdzorg aanzienlijk heeft verhoogd krijgt de gemeente met ingang van 2014 minder dan ze eerder ontving. Hier en daar klonk door dat het beroep op Jeugdzorg in de gemeente lager ligt dan elders omdat mensen zelf meer oplosten zonder beroep te doen op professionals. Dat is waarschijnlijk wel waar, maar het is maar één kant van de medaille. De andere kant is de schaamte en het nog bestaande taboe om hulp te vragen voo r sociaal-psychische problemen een van de oorzaken. Niemand wees daar echter op
.
Vragen die dieper graven en gouden bergen

Er waren twee vragen die dieper gingen. Janneke Rijpstra (PvdA) maakte zich zorgen over de ontwikkeling dat het eigen beleid van de gemeente te veel een onderdeel wordt van regionale samenwerkingsverbanden. De gemeenteraad zou daardoor het zicht kunnen verliezen op de gang van zaken. Het is een actueel discussiepunt. Landelijk is al aandacht gevraagd voor de uitholling van de taak van gemeenteraden door allerlei min of meer zelfstandige regionale samenwerkingsverbanden. De wethouder wilde haar geruststellen. Het ging vooral om zakelijke samenwerkingsvormen. Helaas bleef de vraag hangen, zonder dat die werkelijk werd uitgediept.

De tweede vraag die mij van belang leek kwam Loek Kras (LK). Hij zag het als een probleem dat de verschillende organisaties op het terrein te weinig samenwerken en ook niet voldoende samenwerken met het veld, bijvoorbeeld met het onderwijs. Hij had er niet veel vertrouwen in dat het beter zou worden. De wethouder probeerde ook hem gerust te stellen. Organisatorisch zouden er allerlei garanties zijn. Ik kreeg het gevoel dat er gouden bergen werden beloofd. De meeste aanwezige raadsleden lieten zich daardoor overtuigen. Het is echter mijn ervaring dat gouden bergen in de praktijk zonder uitzondering zwaar tegenvallen en per definitie onbetrouwbaar zijn. Ik ga een voorspelling doen. Over drie à vier jaar krijgt Loek Kras gelijk en zal de gemeenteraad zich moeten buigen over een re-organisatienota omdat ze in 2013 vol vertrouwen het heft uit handen heeft gegeven. Eigenlijk is het ook een probleem dat de raadsleden geen keuzes konden maken uit alternatieven. Die keuzes waren al door anderen en elders gemaakt.

GroenLinks kwam met het sympathieke plan om in het kader van de jeugdzorg de WirWarbar in te zetten voor dagbesteding met een zakelijk randje voor verstandelijk gehandicapten. De wethouder reageerde daar nogal kortaangebonden op. Ik begreep dat niet. Vermoedelijk ligt er een politieke kwestie aan ten grondslag die niet boven tafel kwam.

De vergadering kabbelde maar voort. In de andere zaal waar het over stenen ging was men al lang uitgepraat. In de zaal waar ik zat werd begonnen met het onderwerp ‘regionale transities jeugdbeleid’. Als er iets belangrijks aan de orde is geweest –en die kans is gering- , kan ik u daarover niets vertellen. Ik ben naar beneden gegaan waar het gezellig was.
CDA en VD|80 nog steeds boos

Toen de eigenlijke raadsvergadering eindelijk begon, had ik het idee dat het met maximaal een uurtje wel bekeken kon zijn. Maar ik had buiten de raad gerekend. Die ging er nog eens voor zitten. De heftig verontwaardigde Ferry Veerman (CDA) greep een voorstel tot inrichting/verbouwing van de HHNK-panden nog eens aan om zijn gram te halen. De begrote kosten lagen 18.000 euro boven de limiet van negen ton die voor de ingebruikname uitgetrokken waren. Peanuts natuurlijk, maar het CDA en VD|80 probeerden er een drama van te maken. Een punt hadden ze wel. Het zal waarschijnlijk niet bij die overschrijding blijven. De meeste aandacht ging echter uit naar de vraag of er in de vorige vergadering wel een geldig besluit was genomen over de huisvesting. Beide partijen hadden die vraag aan de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) voorgelegd. Met het antwoord, waarvan de inhoud niet bekend werd gemaakt, hadden ze inmiddels het Ministerie voor Binnenlandse Zaken benaderd. Vermoedelijk is het allemaal ketelmuziek die ze de kans geeft om via de media (de verkiezingstijd komt er aan) de strijd voort te zetten. Het zou heel goed kunnen gaan om een voetzoeker die als een nachtkaars uitgaat. Voor zover ik de gemeentewet ken, was er helemaal niets mis met het besluit. Voor het volgende punt aan de orde kon worden gesteld waren we al weer een half uur verder.

Bij de behandeling van de najaarsnota over het verloop van de financiën, kwam VD|80 met het punt dat er opnieuw met Ziggo zou moeten worden gepraat. “We geven nu tonnen meer uit voor zenders die niemand wil hebben. Daar moet op kunnen worden bezuinigd”.

En natuurlijk kwam ook de kwestie Europaplein weer aan de orde. Dit keer aan de hand van een voorstel om een pand aan te kopen in het gebied. GroenLinks zag het niet zitten. Het borduurt voort op grote vastgoedplannen. Loek Kras viel bij. De bevolking moet eerst maar eens worden gehoord voor we onomkeerbare besluiten nemen. Dat leverde een discussie op over het begrip onomkeerbaar en de drogredenen vlogen door de lucht. Wethouder Kes betoogde dat er pas sprake was van een onomkeerbare situatie als het pand niet zou worden aangekocht. De andere partijen hadden weinig op met de discussie en stemden met gelegenheidsargumenten voor aankoop. Ook bij dit onderwerp voorspel ik dat GroenLinks en Lijst Kras over een paar jaar gelijk krijgen. De strategische aankoop van panden staat in het teken van grootschalige ontwikkelingen. Het CDA stemde voor en sprak zich nog eens uit voor een kleinschalige en geleidelijke ontwikkeling. Maar die partij heeft later wel eens vaker  last van een nieuwe opinie al gevolg van ‘voortschrijdend inzicht’. En zo was er al weer een half uur voorbij
.
Populistische motie

Ze hadden het al bij het begin aangekondigd. VD|80 diende een motie in over de verkeersveiligheid en kreeg daarvoor de handtekening van het CDA, zodat het een agendapunt kon worden. Het werd een vermakelijk debat. Bob van der Meulen van de PvdA vond het drie keer niks en populistisch. Daar had hij wel gelijk in. Het onderwerp was nog maar net op emotionele wijze via internet actueel geworden door een ongeval. Nico van Straalen (GrL) pakte het handiger aan. Hij vond de motie sympathiek en haalde de financiële angel eruit. Wethouder Kes van VD|80 kwam met verregaande toezeggingen. De VVD constateerde daarna dat de wethouder meer beloofde dan de motie vroeg en dat de motie daardoor volstrekt overbodig werd. Karhof (VD|80) ging er echter nog eens stevig tegenaan met: “we willen geen woorden, maar daden”.  Zo werd het nog een soort wedstrijd Fijenoord-Ajax die dankzij GroenLinks door Fijenoord werd gewonnen. Weer een half uur voorbij en de belangrijkste winst was voor VD|80 die er wel weer een mooi en borstkloppend stukje voor in de NiVo van zal maken. Na jaren niks doen wordt er dankzij VD|80 (dat al weer heel wat jaren in het college zit) er eindelijk iets gedaan aan de veiligheid van oversteekplaatsen zal de boodschap zijn.

Moet ik me zorgen maken na zo’n volgekletste avond? Ik weet het niet, misschien moet ik dat maar gewoon aan de gemeenteraad zelf overlaten. De raadsleden vinden het kennelijk niet erg om laat thuis te komen.


donderdag 19 december 2013

Geen recht zonder gevecht



KLADBLOK

Beginnend in Volendam, heeft hij iedereen die er in het land toe doet gewaarschuwd dat het een keer uit de hand zou lopen op de Dijk. Maar een profeet wordt in eigen land niet geëerd, zelfs niet nadat hij op een vreselijke manier gelijk kreeg. Sindsdien is hij een ‘refusenik’. Ieder jaar maakt hij bezwaar tegen de aanslag de OZB. Zijn betoog is al jarenlang hetzelfde. Degenen die de ramp hadden moeten voorkomen, hebben de bevolking aangeslagen met een verhoging van de OZB met twintig procent om de uitgave als gevolg van de ramp te bekostigen. De verantwoordelijken  bij de gemeente die hij schuldig acht, zijn nooit veroordeeld voor hun onachtzaamheid en nalatigheid. Zo lang dat nog niet gebeurd is, beschouwt hij de gemeente als een niet-bonafide orgaan. Het is een rechtlijnig betoog, maar van zijn standpunt uit bezien kan ik er geen speld tussen krijgen.
De belastingrechter heeft het er maar moeilijk mee. Het belastingrecht voorziet niet in dergelijke bezwaren. Jaar in jaar uit krijgt hij te horen dat hij niet ontvankelijk is in zijn bezwaar. Je zou het ook als een lacune in de belastingwetgeving kunnen zien. De sociale wetgeving voorziet immers wel in 
gewetensbezwaren.

Bestuurlijke nalatigheid sinds 2004 vervolgbaar

Dat het besluit tot verhoging van de OZB op democratische wijze tot stand is gekomen, betekent geenszins dat je je er niet tegen mag verzetten. Dat is ook democratie en misschien wel de kern van de democratie.  Het vergt een heropening van het onderzoek . Wat in 2001 nog niet mogelijk was, is dat nu wel. Het Europese Hof heeft  in 2004 bepaald, dat overheden strafrechtelijk vervolgbaar zijn voor schade als gevolg van nalatigheid.
Met Hein S, want die is het, voerden Wim K. en ik (Peter L.) als derde actie voor de rehabilitatie van een brandweerman die door de toenmalige burgemeester, om zichzelf vrij te pleiten, direct na de ramp als een van de zondebokken werd aangewezen. Hoewel die nu ex-burgemeester in dat verband beweerde dat hij verkeerd was begrepen, beweert hij in tegenstelling daarmee nog steeds dat zijn ‘zondebok’ een essentiële fout heeft gemaakt. De actie van ons drietal leidde er toe dat de gemeente ons voor de rechter sleepte, via een kort geding en via een strafklacht. Het is de gemeente niet gelukt om ons langs die weg monddood te maken.. De strafklacht werd geseponeerd, maar daar werd wel een proeftijd aan verbonden. Wim K. en ik  dienden daar een klacht tegen in en lieten het daarbij. Voor Hein S. was dat geen optie. Na onderling beraad is er besloten om juridisch door te gaan. Dinsdag 17 december heeft het gerechtshof in Amsterdam “onze” klacht behandeld. De uitslag komt over twee maanden.

Geen  publieke rehabilitatie

De kort geding-rechter heeft in zijn vonnis (juli 2012) bepaald dat de gemeente anders dan zij voortdurend beweert, de betrokken ambtenaar niet heeft gerehabiliteerd. Formeel heeft de gemeente dat nog steeds niet gedaan. Om de gemeente daartoe te bewegen zouden we een rechtszaak moeten beginnen. Democratie wordt duur betaald, zeker als je tegenover een overheid staat die diepe zakken heeft. Ondertussen is de betrokken ambtenaar ‘informeel’ gerehabiliteerd. Maar het moet geheim worden gehouden. Zo bewaart de gemeente Edam-Volendam haar imago van rechtschapenheid. Geheim te houden is ook de schikking die de gemeente ons heeft aangeboden om als partijen af te zien van het vervolg dat nog op het kort geding liep. Waarom niemand dat mag weten is moeilijk te begrijpen. Bij een democratisch orgaan hoort transparantie. Als de gemeente die niet in haar belang acht, knabbelt dat aan ons rechtsgevoel.
En daar blijft het niet bij. In het boek ‘Enclave Volendam’ treffen we de ex-burgemeester en vermoedelijk de huidige aan als zegsmannen over het gevecht dat we hebben geleverd. De schrijver trekt daaruit de conclusie dat ons gevecht zinloos is geweest en als een nachtkaarsje is uit gegaan. Dat is bepaald niet waar, maar burgemeesters hebben nu eenmaal een voorsprong in geloofwaardigheid. Als ze die gebruiken om een mooiere voorstelling van zaken naar buiten te brengen dan de werkelijkheid toelaat, knabbelt dat aan ons rechtsgevoel.

Olie op het vuur

Het is ook nogal merkwaardig. Via haar advocaten laat de gemeente telkens weten dat onze activiteiten ‘de nog immer diepe wonden in de Volendamse gemeenschap opnieuw hebben opengereten’. Rechters zijn daarvan nog wel eens onder de indruk en menen dat hun uitspraak zou moeten bijdragen tot rust over dit onderwerp. Nu de huidige burgemeester en de ex-burgemeester via het boek ‘Enclave Volendam’ nogal betwistbare visies naar buiten hebben gebracht komt het argument in een ander daglicht te staan. Door hun bijdrage aan het boek wordt er weer op een uitdagende manier olie op het vuur van de discussie gegooid. Ze doen zelf, wat ze ons langs juridische weg willen verhinderen. Het is hen er kennelijk om te doen   het eigen omstreden aandeel in de gebeurtenissen buiten discussie te houden en het gevecht om de waarheid te sluiten.  Wij kunnen daar geen integriteit in vinden.

Oranje Vrijstaat

Is het verwonderlijk dat wij in reactie daarop de Oranje-vlag van de ‘Koninklijke Volendammer Vrijstaat’ omhoog willen hijsen en willen gaan vlaggen ter vervanging van een gemeente die de waarheid blijft onderdrukken en haar eigen betwistbare waarheid als enige geldige poneert. De integriteit van bestuur en van de democratie staan daardoor ter discussie. Geen recht zonder gevecht. Dat gevecht zal moeten laten zien hoe sterk de democratie in feite is. Democratie is er voor de burger. Zo lang wordt toegelaten dat democratische organen dat omdraaien en waarheidszoekers als boeven beschrijven, geven wij de voorkeur aan onze eigen ‘Koninklijke Volendammer Oranje Vrijstaat’.



dinsdag 17 december 2013

Integriteit, bespiegeling over ‘neusbewakers’

KLADBLOK



Een paar weken geleden was het stadskantoor zo maar een middag gesloten. Dat was nodig omdat het voltallige personeel een eed op integriteit moest afleggen. Ze deden dat ten overstaan van de burgemeester. Vanwege dat laatste kon ik het niet zo serieus nemen. In mijn ogen is de burgemeester nou niet het meest welsprekende voorbeeld van integriteit. Hij zou dat overigens wel moeten zijn. Zo heeft hij eens volkomen buiten de noodzaak de inkomensgegevens van een burger verspreid. En dat is dan nog maar een voorbeeld uit velen.

De burgemeester houdt vooral van zijn neus. Als die geschonden wordt, moet dat onmiddellijk, goedschiks of kwaadschiks, in orde worden gemaakt. Dat kan gebeuren door beleefd te zwijgen, tenslotte is hij de burgemeester. Het kan gebeuren door ontkenning of smoesjes. Ook dat wordt meestal geaccepteerd, per slot van rekening is hij de burgemeester. Het kan ook gebeuren door een zondebok aan te wijzen, per slot van rekening kan een burgemeester niets fout doen, dat zou zijn gezag maar ondermijnen.

Ter bescherming van zijn neus, heeft de burgemeester ‘neusbewakers’. Tot die garde behoort bij voorbeeld de gemeentesecretaris die ook nogal op zijn neus gesteld is. Ook de afdeling ‘Voorlichting’ maakt deel uit van het peloton ‘neusbewakers’. Zo nodig zorgen ze er voor dat het allemaal netjes in de krant komt. De kranten zijn ingeschakeld tot ‘hulpneusbewaker’. Ze drukken al die berichtjes af alsof ze volkomen waar zijn. Dan hebben we natuurlijk de gemeenteraad nog. Wat zal ik daar van zeggen? Dat daar brave mensen zitten?

Integriteit is net zoiets als goede wijn. Moeilijk te beschrijven, maar je herkent het onmiddellijk als je het tegen komt. Je kunt integriteit niet beschrijven aan de hand van wetten of regeltjes, echte integriteit stijgt daar boven uit en kan al die regeltjes soms missen als kiespijn. Integer zijn is ook niet hetzelfde als braaf zijn. Juist het niet braaf zijn kan in sommige situaties het kenmerk van integriteit zijn. Wie op die manier niet braaf is, schendt gemakkelijk weer de neus van anderen. Dan komen de ‘neusbewakers’ weer in actie, afijn, u snapt het wel.

Er zijn drie hoofdvormen van gebrek aan integriteit. De minst verwijtbare is die waar je gedwongen bent mee te doen aan iets waarvan je gevoel zegt dat het niet klopt. Als je er iets van zegt, loop je de kans dat je je baan niet houdt. Als je niets zegt, voel je je niet lekker. Het beste kun je dan maar zoeken naar een gelegenheid om uit die situatie te vertrekken.

De tweede hoofdvorm is eigenlijk de veroorzaker van de eerste. Als altijd gaat het om mensen die iets nastreven dat eigenlijk buiten hun bereik ligt. Omdat ze het streven niet los kunnen laten, beginnen ze vals te spelen. Het doel heiligt hun middelen. Ze kunnen het bijna nooit alleen af. Daarom worden anderen aangezet om mee te doen, vaak met de belofte op het delen in de buit of het verlenen van gunsten. Geld en aanzien zijn hier de begeerten.

De derde hoofdvorm bestaat uit slippendragers van de tweede hoofdvorm. Als ‘neusbewakers’ delen ze in de macht. Ze worden als tegenprestatie beschermd. Wat ze ook doen, er is altijd wel een excuus voor. Omdat ze macht hebben en beschermd worden, gaan ze nogal eens te ver. Ze worden dan onvoldoende gecorrigeerd. Macht en onkwetsbaarheid is hun voornaamste begeerte.  Ze kopen het als slippendrager en ze verkopen het als er een sterkere ‘neus’ opstaat.

Fred Spijkers is één van mijn helden als het om integriteit gaat. Toen hij als medewerker van Defensie met smoesjes op stap werd gestuurd om de weduwe van een omgekomen militair alles uit te leggen, weigerde hij dat. De waarheid was hem liever. Hij heeft jaren moeten procederen tegen al die ‘neusbewakers’ van Defensie.

Wanneer u de krant openslaat of het nieuws aanzet, moet u die drie vormen van integriteit maar in gedachten houden. Wat u ziet is meestal maar het topje van de berg. Dan gaat het om de gevallen die het zo bont hebben gemaakt dat iedereen zijn handen er van aftrekt. In het openbaar zeggen die dan dat ze geschokt waren. Privé zeggen ze meestal: “sorry, ik kon niks meer voor je doen”.

De wereld laat zich niet beter maken door regels, wetten, beloften of dure eden. Het kan alleen maar als we iedereen die integer willen zijn volledige bescherming geven. Integriteit heeft bescherming nodig. Daar moet de actie zitten. Korte termijn belangen belemmeren dat nogal eens. Op de lange termijn zullen we er echter allemaal beter van worden. Om welk schandaal het ook gaat, het is altijd begonnen met mensen die al dan niet gedwongen liever de andere kant op keken, ‘neusbewaker’ werden, een ‘vriendendienst’ bewezen, ‘vergeetachtig’ werden of iemand met een goed klinkend smoesje voordeel bezorgde. Al het grote kwaad is eens klein begonnen, maar leek toen niet de moeite en risico waard om het te stoppen. Daar moeten we dus wel beginnen.

Op het stadskantoor werken overwegend integere mensen. Alleen bij de top heb ik zo mijn op ervaring gebaseerde twijfels.






woensdag 11 december 2013

Is alcoholverbod tot 18 jaar als middel erger dan de kwaal?


                                              


KLADBLOK

Sinds ik een boek heb gelezen over de vooroorlogse drooglegging in Amerika ben ik niet meer zo snel te vinden voor een verbod van genotsmiddelen. Het middel bleek veel erger dan de kwaal. Het was mede oorzaak van het ontstaan van grootschalig georganiseerde misdaad. Hetzelfde zie je bij de onuitroeibare drugscriminaliteit.

Wat alcohol betreft heb ik een goede opvoeding gehad. Vanaf mijn veertiende mocht ik drinken. Mij werd echter wel te verstaan gegeven wat me te wachten stond als ik het in mijn hoofd zou halen om dronken thuis te komen. ‘Een matig mens is zijn vrijheid waard’, was het credo en die vrijheid kon je gemakkelijk weer verliezen. Bij mij heeft het gewerkt.

Dat je nergens meer in een horecagelegenheid mag roken, heeft nog een bepaalde eerlijkheid. Niemand mag dat. Of je nu rijk of arm bent, jong of oud, dun of dik, het verbod treft ons allemaal. Bij drank is dat anders. Iedereen mag alcohol kopen, tenzij je jonger bent dan achttien. Horecabazen dienen daar strikt de hand aan te houden en bij overtreding wachten hen stevige boetes. Maar ze zien de bui al hangen. Wat moeten ze straks aanvangen met zestienjarigen die thuis al stevig begonnen zijn en een heupflesje rum of wodka meesmokkelen om hun onschuldige bestelling  (doe mij maar een frisje) mee te verlevendigen. Hoe strenger er gecontroleerd wordt, hoe inventiever de jongeren worden die van het alcoholfeestje worden buitengesloten. Moeten ze dan maar vroeg naar bed?

Ik raakte bij toeval  via Facebook in een discussie verzeild waar een aantal deelnemers  vond dat het door de overheid gesubsidieerde jongerenwerk het probleem maar moest oplossen. Dat vond ik een nogal kortzichtige gedachte. In mijn tijd waren het de kapelaans en dominees die de taak hadden om de jongeren op zaterdagavond uit de kroeg te houden. Heel veel succes hadden die niet. Dat het jongerenwerk het wat dat betreft beter zou doen, is dan ook een illusie. “Laat ze leuke activiteiten aan bieden, dan komen ze heus wel”, beweerde een van de discussie-deelnemers. Hij snapt er niet veel van. Noem ‘leuke activiteiten’ en de huidige jongeren beginnen al bij voorbaat  collectief te gapen. Dat geldt al helemaal voor leuke activiteiten die bedoeld zijn om ze van de alcohol af te houden. De doelgroep zal niet worden bereikt, hooguit wat braveriken.

Het probleem aan het jongerenwerk overdragen is goed bedoeld, maar vooral door mensen die hun eigen jeugd zijn vergeten. Het enige wat je van jongeren kunt verwachten is dat ze hun eigen activiteiten wel organiseren en er voor zorgen dat ze een kratje of wat bij de hand te hebben.

De voorstanders van het inschakelen van het gesubsidieerde jongerenwerk hebben iets van Pilatus. Het jongerenwerk moet het oplossen en als dat voorzienbaar niet lukt, kan er een zondebok worden aangewezen. Het jongerenwerk moet daar dus niet in trappen. Een van de discussiedeelnemers was het raadslid voor de VVD: Cees Sier (Goot). Die wees met nadruk  op het vele geld dat de gemeente besteedt aan club- en buurthuiswerk. Het vervelende is nou weer dat het jongerenwerk van PX in Edam-Volendam het buitengewoon knap doet, als je het vergelijkt met wat elders in het land op dat terrein gebeurt. Op zaterdagavond het onmogelijke van ze eisen, is dan niet het meest verstandige dat een raadslid kan doen. Laat hij eerst maar eens precies nagaan hoeveel personele ondersteuning, die beschikbaar is voor jongerenwerk, de gemeente eigenlijk subsidieert. Dat is gewoon niet veel, Cees! Was je niet een beetje populistisch aan de gang?

Het probleem zal voorlopig niet echt worden opgelost. Er bestaat geen wondermiddel en al helemaal geen wonderdrank. Voor de horeca is het moeilijk handhaafbaar, het jongerenwerk kan er weinig tot niets mee en de samenleving mag de handen in onschuld wassen omdat ze het heeft verboden. De jongeren lossen het zelf wel op. Ze zullen het verbod belachelijk maken. Daar hebben ze wat mij betreft wel gelijk in. Een verbod werkt alleen als dat gesteund wordt door de cultuur.

Een paar biertjes in het weekend zullen de hersenen van jongeren niet aantasten. Dat gebeurt wel door overmatig alcoholgebruik, binge-drinken en comazuipen. Ik weet maar één manier om het terug te dringen. Aan de ouders vragen we: ‘blijf je aan de kant staan als je kind bezig is zijn verstand te verzuipen?’, en tegen jongeren zeggen we: ‘als je je hersenen blijft verzuipen om er bij te horen, krijg je later van ons een rolstoel’.


Veel meer valt er niet te doen, vrees ik. Dat verbod kan beter van tafel. Laten we eerst eens aan een cultuuromslag gaan werken.

donderdag 5 december 2013

Volendam verslaat nog dagelijks de Romeinen



Volendam verslaat nog dagelijks de Romeinen. De cultuur daar is republikeins tot op het bot, hard, groepsgericht, egalitair, competitief en zeker ook hedonistisch. Er is een enorme rijkdom aan talent. Het calvinisme is Volendam voorbij gegaan. Toch luidt het eerste en belangrijkste gebod: gij zult uw eigen broek ophouden. Je mag pas je hand ophouden als je je helemaal kapot hebt gewerkt. Die cultuur ligt aan de basis van het succes van Volendammers.

Wie Volendam wil bezingen moet waken voor een valse toon. Voor je het weet lig je als bard gekneveld in de bosjes en maken ze je pas weer los als het feest achter de rug is. Boudewijn Smid liet zich een jaar onderdompelen in het Volendamse en schreef het boek ‘Enclave Volendam’. Geert Mak prees het in de boekenbijlage van 29 november onder de kop ‘Volendam is een leugen’. Mak prijst het boek als een scherpzinnig portret van een uitzonderlijk dorp en een schoolvoorbeeld van ‘slow journalism’. Dat is het niet. Smid heeft een aantal smeuïge verhalen opgepikt, de helft daarvan over het hoofd gezien en algemene conclusies verbonden aan een enkele gevalsbeschrijving. Het is eerder ‘slome journalistiek’. Zijn boek is voor een deel een karikatuur geworden van het Volendam terwijl Geert Mak, die aan de bespreking zijn eigen verhaal toevoegt, een paar valkuilen vermeed. ‘Wat er ook gebeurt, het dorp zwijgt’ kopt Mak. Als inwoner van Volendam en ‘jas’ herken ik dat niet. Het dorp kakelt er op los, maar zwijgt pas als het officieel moet worden. Dan houdt iedereen zich gedekt. Je kunt ook niet recht door de open gordijnen naar het rijke binnenleven kijken, zoals Mak schrijft. De gordijnen staan standaard op een kiertje en je moet erg je best doen om te zien wat zich daar binnen afspeelt.

Dat is niet veel anders dan in de rest van Nederland. Volendam heeft net als vergelijkbare dorpen een drugsprobleem. Maar dat tachtig procent aan de drugs zou zitten is een absurd groteske vertekening. Volendam zit ook niet bij de pakken neer. Een aantal jaren geleden begon Gary Kok het project ‘Moedige Moeders’. Ze heeft er voor moeten vechten. Ook dat is tekenend voor Volendam. Goede ideeën moeten zich bewijzen alvorens te worden geaccepteerd. Het project heeft een cultuurverandering op gang gebracht en heeft in veel andere gemeenten navolging gekregen.

Bij Mak vind je tussen de regels door verontrusting over ‘vertrossing’. Boudewijn Smid gaat daarin veel verder. Die heeft het (pagina 99) over het Blut und Meer-gevoel en verwijst daarmee naar het sinistere ‘Blut und Bodem’. Uit een interview met een uit het dorp gevluchte homo, verbindt hij de conclusie dat de Volendamse gemeenschap homofoob is (pagina 124). Het zijn niet de enige passages waarbij je denkt dat Smid gevonden heeft wat hij zocht: een bevestiging van zijn vooroordelen. Daarin speelt de grote aanhang voor Wilders een rol. In Nederland is het gebruikelijk daar het etiket xenofobie op te plakken. Na een jaar van onderdompeling had Smid echter beter moeten weten.

In Volendam houden ze er niet van als ze verteld wordt hoe het hoort. Ze prefereren gewoon gezond verstand boven al te linkse idealen en hun verkondigers. Dat zijn de Romeinen die verslagen moeten worden en er is geen ruimte voor gemarchandeer. Enclave Volendam, Smid heeft de titel goed gekozen, blijft nuchter en kan dat door zijn interne samenhang.

Mak heeft de zwakke kanten van het boek van Boudewijn Smid onvoldoende gezien. Het is een leesbaar boek geworden met sappige verhalen. Je steekt er iets van op over Volendam. Wie echter denkt dat Smid kan uitleggen hoe het zit, laat zich op het verkeerde been zetten. 



zondag 1 december 2013

Een karikatuur van Volendam


Onder de titel ‘Volendam’ is een leugen, pakt de NRC in haar boekenbijlage van  29 november 2013, drie pagina’s lang uit om het boek van Boudewijn Smid: ‘Enclave Volendam’, te promoten.  De lezer krijgt van bespreker Geert Mak sappige teksten aangereikt. Maar waar Boudewijn Smid de wal al niet haalde met zijn boek, brengt Geert Mak de lezer nog verder van huis. Het is niet veel meer dan een karikatuur wat er overblijft van Volendam nadat de andere ‘Geert’ er zijn zure linkse plasje over heeft gedaan. Daar heb ik me behoorlijk aan gestoord.
Al twintig jaar wonend op Volendam, als echte ‘jas’ dus, leer ik nog bijna dagelijks de cultuur van Volendam beter te doorgronden. Wie als insider het boek van Boudewijn Smid leest, kan geen andere conclusie trekken dan dat het resultaat, voor iemand die zegt zich lang ondergedompeld te hebben en iedereen die er toe doet gesproken te hebben, eerder het gevolg is van slome journalistiek dan van ‘slow journalism’. Smid kan beslist schrijven, maar als journalist is hij volledig mislukt. Hij heeft gevonden wat hij vooraf zocht. De kern van het verhaal heeft hij in belangrijke mate gemist.

Harde cultuur
Volendam heeft een geheel eigen cultuur. Als je generaliseert zou je hem kunnen omschrijven als ‘republikeins, collectivistisch (daar hoort helaas roddels bij), hard en in een aantal opzichten conservatief. Je eigen broek ophouden is zo ongeveer het eerste gebod op Volendam. Luiheid of je hand ophouden wordt niet getolereerd. De enige manier om van een uitkering te mogen genieten is als je je kapot hebt gewerkt. Ook als je een academische titel hebt gehaald en nog geen baan hebt gevonden is het normaal dat je in de vis of de bouw aan de slag gaat.
De onderwijsemancipatie is op Volendam laat op gang gekomen. Tot in de jaren tachtig was er alleen een Mulo voor de echte slimmeriken. Toen in de jaren zestig er een tekort aan arbeiders kwam, moest men in Edam beroep doen op werknemers uit Marokko. Volendam kon ze in die tijd met nog grote gezinnen uit eigen gelederen leveren. Het nagenoeg ontbreken van ‘gastarbeiders’ wordt dan wel gezien als een teken van xenofobie, maar is dat dus niet. Mensen met een andere huidskleur zijn geen vreemd verschijnsel, al was het alleen maar vanwege het grote aantal uit Azië en Zuid-Amerika geadopteerde kinderen. Een uit Irak gevluchte arts is een geliefd huisarts geworden.
Onder elkaar trouwen was lang geen algemeen gebruik in de geschiedenis van Volendam. Dat werd het pas toen pastoor van der Weiden dat voor de tweede wereldoorlog  begon te propageren. Vermoedelijk was de katholieke zuil nergens zo sterk als op Volendam en dat liep volstrekt in de pas met de tijdgeest van die jaren.
Het zijn niet de enige dingen van belang die Smid gemist heeft. De Spaanse invloed in de genen van Volendammers is onbewezen en inderdaad, waarschijnlijk onwaar. Dat geldt niet voor de joodse invloeden. Wellicht een goed bewaard geheim, maar Smid heeft het volkomen gemist. Veel bekende zangers uit Volendam hebben bijvoorbeeld een gemeenschappelijke joodse voorvader. Dat staat ook in een van de boeken die Smid zegt te hebben gelezen.

Eerder competitief dan ambitieus
Het verhaal over het armlastige Volendam is een eigen leven gaan leiden, ik heb het ook wel echte Volendammers horen vertellen. Maar Volendammer historici kunnen aantonen dat het niet klopt. Natuurlijk was er in de loop der tijden armoede op Volendam, maar dat is nooit een algemeen beeld geweest. Ze leefden sober en tegelijk was er veel verborgen rijkdom. Historici wijzen met een knipoog op het goud van de Lutine, ook al een goed bewaard geheim dat Smid heeft gemist. Dat de armoede de felle ambitie van Volendammers verwekt zou hebben is een gemakzuchtige verklaring. Dan zouden alle regio’s in Nederland waar langdurige armoede heeft geheerst een ambitieuze bevolking moeten hebben voortgebracht.
De cultuur is ambitieus te noemen. Maar je moet kijken naar de enorme talentrijkheid van de Volendamse bevolking om die cultuur te kunnen verklaren. Met luiheid en halfheid wordt geen genoegen genomen, talent is iets om te ontwikkelen. De cultuur is dan eerder competitief dan ambitieus. Op Volendam moet je niet gek opkijken als een visboer vooral buiten Volendam bekend is als een van de begaafdste kalligrafen van Nederland. Je moet ook niet gek opkijken als een timmerman in zijn vrije tijd professionele kopiisten van Rembrandt naar de kroon steekt en daarnaast nog meervoudig Nederlands kampioen is in het kweken van kanaries. Door de komst van een VWO kunnen Volendammers tegenwoordig laten zien wat ze intellectueel in huis hebben. De grap gaat dat er op Volendam al geen straat meer is te vinden waar geen jurist woont. Ik weet niet of het klopt, maar het aantal academici, economen, bestuurskundigen, werktuigbouwkundigen, actuarissen, juristen, artsen, enzovoort is bovengemiddeld hoog. De vele HBO’rs laat ik dan nog buiten beschouwing. Het zijn dan ook niet alleen de bouwvakkersbusjes die de ‘vloot van rubber en blik’ uitmaken. Het aantal leaseauto’s overtreft ze gemakkelijk.

Mijn eigen appeltje
Zelf heb ik ook nog wel een appeltje te schillen met schrijver Boudewijn Smid en zijn uitgever Thomas Rap. Ik ben betrokken geweest bij een nasleep van de brand. Een onfrisse geschiedenis waarbij ex-burgemeester IJsselmuiden zijn schuld afschoof op een brandweerman. Smid vertelt dat verhaal, waarbij mijn naam ook wordt genoemd, aan de hand van een zeer partijdige getuige. Hij heeft niet de moeite genomen om het verhaal te controleren bij de meest betrokkenen om te voorkomen dat de feiten, door het grote aantal onjuistheden en omissies, fictie werden. Slome journalistiek in plaats van het ‘slow journalism’ waar Smid niet zonder pretenties adverteert.
Toch vond ik in het boek van Smid nog wel iets van mijn gading. Het verhaal over de socioloog die aan het werk werd gezet om de bestuurlijke ontvlechting van Edam en Volendam van degelijke argumenten te voorzien, was nieuw voor mij. Hij vertelt het als onderdeel van zijn verhaal over de zo genaamde ‘kommenstrijd’ tussen Edam en Volendam die een lange voorgeschiedenis heeft. Die kommenstrijd is al lang verleden tijd. Volendam heeft in bevolkingsaantal, maar ook veel andere opzichten Edam al lang overvleugeld. Wat blijft is het enorme cultuurverschil. Ik vermoed dat nergens in Nederland er twee zo sterk van elkaar verschillende bevolkingscentra te vinden zijn dan in de gemeente Edam-Volendam. Het verschil in cultuur veroorzaakt spanningen en daarover wordt zeker niet gezwegen. Het zijn vooral spanningen tussen dominante cultuurdragers. Op het niveau daaronder wordt veelal in alle gemoedelijkheid samengeleefd.

Op Volendam begint de victorie
Wie beweert dat Volendammers materialistisch zijn, kan ik moeilijk ongelijk geven. Het calvinisme dat de ziel en de geest boven het lichaam verkoos, heeft nooit vat op ze gekregen. Een zeker hedonisme is ze niet vreemd en het is ook niet vreemd dat Volendam onder meer bekend is geworden door zijn drugsgebruik. ‘Wat er ook gebeurt, het dorp zwijgt’, schrijft Mak. Als hij het beter had begrepen zou hij schrijven: ‘Wat er ook gebeurt, het dorp overdrijft alles en zwijgt tegen buitenstaanders’. Dat Mak een getuige aanhaalt die beweert dat tachtig procent aan de drugs zit, is een jammerlijke valkuil voor buitenstaanders. Tachtig procent is wel een heel groteske overdrijving. ‘Bij Volendam begint de victorie’, had hij ook kunnen schrijven. De beweging van ‘Moedige Moeders’ is in Volendam begonnen en het wegkijken bij of het ontkennen van drugsgebruik is inmiddels verleden tijd. Juist omdat men vond dat zwijgen niet langer gezond en acceptabel was. Vermoedelijk is de strijd tegen drugsgebruik nergens intensiever dan op Volendam. Dat begint vruchten af te werpen. Jongeren beginnen het steeds meer af te wijzen.

Gordijnen en Wilders
‘In de rij huisjes langs de dijk is geen gordijn gesloten, je staart recht in het rijke binnenleven van het dorp’. Mak citeert hier Boudewijn Smid die bij aankomst van Sinterklaas op de dijk was. Dat men in de huisjes op de dijk niets van het gebeuren wilde missen, kan de enige verklaring zijn dat de gordijnen open waren. Als Boudewijn Smid niet voornamelijk boeken had gelezen, niet brak op de dijk had rondgehangen en zijn tijd niet had doorgebracht met relatieve buitenstaanders, zou hij na zijn ‘onderdompeling’ hebben geweten dat op Volendam de gordijnen op een kiertje van hooguit 30 centimeter staan. Dan moet je erg je best doen om naar binnen te kijken. Dat heeft Boudewijn Smid dan ook niet gedaan. De meest wezenlijke dingen heeft hij gemist.
Dat Nederland bij de grote aanhang op Volendam voor Wilders aan de afkeer van allochtonen denkt, kan Nederland niet worden verweten. Dat verwijt geldt wel voor iemand die beweert zich lange tijd ondergedompeld te hebben in het Volendamse om ze te leren begrijpen. Volendammers haten geen allochtonen, ze haten uitkeringstrekkers die op kosten van het collectief leven. Ze haten bureaucratie en de overheid kan ze niet klein genoeg zijn. Ze haten vergaderen. Ze houden van poetsen, liefst op de meest efficiënte manier en daar zijn ze inventief in. Je deugt niet als je geen vrijwilligerswerk doet. Nergens in Nederland zijn per hoofd van de bevolking zo veel vrijwilligers actief.

Het geheim van de Dijk
Boudewijn Smid heeft er veel rondgehangen, maar het geheim van de Dijk is hem ontgaan. Vanaf de Dijk heb je uitzicht op de haven en het IJsselmeer. Anders dan bij veel andere haventjes en uitzichten op het water biedt de Dijk een aangenaam verblijf omdat de bebouwing beschutting biedt tegen alle soorten westenwinden. Die beschutting is uniek bij zo’n uitzicht. Volendammers en mensen van buiten strijken graag neer op een van de terrasjes. Op de Dijk verkoopt Volendam ook zijn verleden. Er zijn verschillende plaatsen waar je je in Volendams kostuum kunt laten fotograferen. Maar Volendam eert dat verleden ook. Dat verleden is geen leugen. Schilders uit heel Europa en ook uit Amerika kwamen naar Volendam omdat rond de vorige eeuwwisseling het portretteren van eenvoudige arbeidende mens in zijn eigen kenmerkende cultuur artistiek in de mode was. Het leven in die tijd speelde zich af rondom de Dijk en de Haven. Mogelijk is het toen pas tot de Volendammers door gaan dringen dat hun leven en cultuur minder vanzelfsprekend waren dan ze dachten.
Volendammers, het is een bijzonder volkje en zo is het. Hun leven is geen leugen zoals Mak beweert, want ze haten het  als je je anders of beter voordoet dan je bent. De leugens komen van ‘deskundigen’ die niet ophouden hun eigen vooroordelen op Volendam te projecteren en daar geld aan te verdienen. Ook dat kunnen ze op Volendam waarschijnlijk beter.

Bovenstaande tekst is als reactie op de boekbespreking van Geert Mak aan de redactie van de NRC verzonden.


zaterdag 30 november 2013

Gemeenteraad (Edam-Volendam) maakte drie keer sprong in het duister.

KLADBLOK EXTRA

Het was op mijn horloge precies 23.37 uur toen burgemeester van Beek de raadsvergadering opende. Voor die tijd was er al heel wat vergaderd in de bespreekrondes die aan de raadsvergadering zelf voorafgaan. Als over een onderwerp in de bespreekronde overeenstemming wordt bereikt, wordt het een hamerstuk. Lukt dat niet, dan wordt er in de raadsvergadering verder over gesproken en soms gestemd. Als het een heftig onderwerp is, kan het een latertje worden. Dat is eigenlijk het enige bezwaar tegen deze vorm. Wie is er na vier uur vergaderen nog fris? In feite begint de raadsvergadering dan ook meestal als de meeste aanwezigen eigenlijk naar huis willen.

Bestemmingsplan Europaplein/Zeestraat
Het bestemmingsplan is digitaal opvraagbaar op de website van de gemeente. Het is een lijvig stuk dat ook nog eens een groot aantal bijlagen bevat. Het werd geen hamerstuk. GroenLinks wilde in de raadsvergadering nog een amendement indienen, maar trok dat na een korte bespreking weer in. De partij wilde absolute zekerheid hebben dat wijzigingen van het bestemmingsplan –een bevoegdheid van het college van B&W-  eerst de gemeenteraad zouden passeren. Die belofte had wethouder Kes tijdens de voorbespreking al meerdere keren gedaan. Ook nu herhaalde ze het weer, maar legde wel de nadruk op wijzigingen die invloed hebben op de begroting.  Andere partijen steunden  het amendement niet.

Bij de voorbespreking hadden alle partijen al laten weten wel akkoord te kunnen gaan met het bestemmingsplan omdat het consoliderend en conserverend van aard was. De term consoliderend (vastleggend) kwam als een mantra regelmatig terug en was eigenlijk het enige waarover partijen het eens waren. Het bestemmingsplan neemt de huidige situatie als uitgangspunt en laar daarnaast de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden zien. Over die toekomst bestaat er tussen de raadspartijen grote meningsverschillen. Het CDA zegt het klein en gezellig te willen houden en ziet niets in grootschalige plannen. De PvdA wilde zelfs dat de bevolking zich via een referendum over die toekomst uit zou kunnen spreken.

Als andere uiterste leek het de partij VD|80 niet ver genoeg kunnen gaan omdat ze bestedingen in de regio naar Volendam wil terug halen. Maar eigenlijk ging bij dit bestemmingsplan nog helemaal niet over de toekomst. Dat komt nog. Zodra het weer aan de orde is, zal blijken of de gemeenteraad met dit besluit een sprong in het duister heeft gemaakt. Stel dat er wel een voorstel voor een grootschalige ontwikkeling komt en dat die binnen het bestemmingsplan past. Pas dan zal blijken waar de partijen echt voor staan. In het bestemmingsplan wordt bijvoorbeeld aangegeven dat er ruimte is in de Oude Kom voor een agressief levensmiddelenconcern, Lidl bijvoorbeeld. Als die met een goed voorstel naar de gemeente gaat, heeft die weinig mogelijkheden om nee te zeggen. Als er boven die winkel dan nog een aantal seniorenflats komen (er mogen er zestig gebouwd worden) dan is er eigenlijk ook een parkeergarage nodig. Dan is er misschien ook wel reden om de Zeestraat aanzienlijk te versmallen. Precies daar, een ontwikkeling die in gang wordt gezet door de eerste dominosteen die valt,  zat de angst van Lijst Kras en wethouder Kes nam die angst niet weg. Partijen als het CDA die nog de illusie zeggen te hebben dat het kleinschalig en gezellig kan worden, deden dat met een zelfvertrouwen waar geen enkele reden voor was. Lijst Kras stond min of meer alleen en kan in de toekomst wellicht het CDA er nog aan herinneren dat ze gewaarschuwd waren.
Er zijn ook kansen. De toekomst van het gebied is in handen van  de direct betrokken bewoners en winkeliers. Als zij er in slagen om de gebiedsontwikkeling zelf gezamenlijk vorm te geven, kan het inderdaad nog gezellig worden.

Achterstand in rioleringsonderhoud
De rioleringsheffing voor de inwoners van Edam gaat de komende tien jaar ieder jaar een stapje omhoog en zal uiteindelijk een fors bedrag worden. Het lijkt onvermijdelijk. Er is een achterstand in onderhoud. Geen enkele partij had er dan ook moeite mee, al waren er heel wat vragen. Het duidelijkst waren die van Lijst Kras. Fractievoorzitter Kras verzuchtte dat hij absoluut niet wist waar hij mee instemde. Volgens hem waren er in de toekomst nog zoveel variabelen en zoveel tegenvallers als meevallers mogelijk, dat het geraamde budget eigenlijk geen enkel houvast bood. Hoeveel van de riolering nog goed is en niet vervangen hoeft te worden, was niet bekend. We zien wel wat we tegenkomen, was dan ook zo’n beetje het idee. In feite was het dan ook een sprong in het duister. Een gemakkelijke sprong, de inwoner betaalt immers alles via een verhoging van de rioolheffing.

Wat wordt het met de regio?
Een regiofunctionaris probeerde  uit te leggen waar het met de regio naar toe moet. Eigenlijk stond er maar één ding vast. Dat was de vervoersregio. Het rijk heeft dat bindend opgelegd. Geen slechte zaak, al wilde GroenLinks graag weten of in de plannen het milieu en het landschap voldoende aandacht kregen. Maar dat was weer een zaak van de provincie. Er werden veel vragen gesteld en aan de hand daarvan was het al snel duidelijk dat er weinig zinnigs kan worden gezegd over wat de regio tot haar taak zal krijgen. Al weer een sprong in het duister. Verder gaan zonder dat je weet waarheen. De samenstellende delen van de regio, de gemeenten, kunnen die toekomst niet zelf bepalen. Het hangt ook van het rijk en de provincie af. In de NRC van 29 november 2013 wijzen deskundigen erop dat de toename van gemeenschappelijke regelingen het werk van een raadslid bijna onmogelijk maken. De dossiers worden te complex om goed te kunnen beoordelen.

Kun je straks vanaf de Dijk het IJsselmeer nog zien?
Eigenlijk gaat de gemeente daar niet over. Dat wordt bepaald door het Hoogheemraadschap. Er komt geen diepwand om de bestaande dijk te versterken. Dat wordt te duur. Wethouder Kes legde daarom de raad een ingelast punt voor. Ze zag kans om het Hoogheemraadschap ervan te overtuigen dat ter hoogte van Volendam de aan te leggen beschermingsdijk, die voor de bestaande komt, zo laag zou moeten worden dat je het IJsselmeer nog zou kunnen zien. Niet onbelangrijk. GroenLinks daagde de wethouder uit om toch voor die diepwand te gaan. “Ze kan zo goed haar poot stijf houden”, zei Nico van Straalen van GrL. De rest van de raad werd daar even vrolijk van, maar zond de wethouder naar het overleg met het Hoogheemraadschap om in er ieder geval die lage dijk uit te slepen.

Verder
Het was eigenlijk een rustige avond in de raadszaal van Edam-Volendam. Ondanks dat er verstrekkende (bestemmingsplan) en kostbare (riolering) besluiten werden genomen, verliep alles in bedaarlijke rust. en eensgezindheid. De enige die zich liet verleiden om af en toe even uit te pakken was Nico Karhof van VD|80. Hij had het met name gemunt op GroenLinks en Lijst Kras. Hij deed mij denken aan een oudste broer die bij alle discussies op een verjaardagsavond het laatste woord wil hebben en iedereen op zijn plaats zet. Hij viel op door de wijze waarop hij de gemeenteraad angst aan probeerde te jagen voor wat er zou gebeuren als Volendam zijn centrum niet verregaand  vernieuwt. Hij vertelde bijvoorbeeld dat er een grote versmarkt komt in Purmerend. Daar zouden ze hebben gezegd dat je je op Volendam moet richten omdat daar het geld zit. Borreltafelpraat die gemakkelijk onderuit valt te halen. Maar niemand probeerde het serieus. Wat VD|80 betreft moet Volendam in de vaart der volken omhoog worden gestoten, ook al zit daar bijna niemand op te wachten. Maar er zijn nu wel kansen te over voor handige projectontwikkelaars.

Hoe nu verder
De gemeenteraad zit de rit uit tot de volgende verkiezingen. Het gemankeerde college van CDA en VD|80 mag tot dan blijven zitten. De verkiezingsstrijd is ingezet. VD|80 en LK jagen de Volendamse kiezer angst aan. Die moeten op een Volendamse partij stemmen om te voorkomen dat ‘Edammer partijen’ de macht overnemen. Een trieste zaak eigenlijk. Er is maar één typische Edamse partij, de PvdA.  Die gaat ongetwijfeld proberen iets minder Edams te lijken en heeft twee Volendammers prominent op de kandidatenlijst gezet. De politieke verhoudingen voor na de verkiezingen zullen worden bepaald door de vraag of de Volendamse kiezer zich angst laat aanjagen.









                                                                                   

woensdag 27 november 2013

Het CDA (in Edam-Volendam) verkoopt illusies over het Europaplein

KLADBLOK

‘Als je de steun wilt van het volk, laat ze dan illusies zien, want als je ze de waarheid vertelt, zullen ze je stenigen’. Aan deze aanbeveling voor politici door Machiavelli moest ik denken toen ik in de NiVo (van 20 november 2013) kennis nam van de visie van het CDA op de ontwikkeling van het centrum van Volendam.

Op het eerste gezicht is het een saai stuk. Voor wie alle discussies over het onderwerp heeft gevolgd zijn er echter wel interessante dingen te lezen. In het stuk maakt het CDA bijvoorbeeld duidelijk dat ze zich volledig afkeert van de grootschalige plannen die coalitiegenoot VD|80 voor het centrum koestert. De plannen van die partij en haar wethouder Kes worden definitief en grondig afgewezen.

Het CDA maakt echter ook duidelijk dat het vasthoudt aan het omstreden besluit om het Europaplein autovrij te maken. Het zijn de winkeliers en een aantal bezoekers van het centrum die zich daar met hand en tand tegen verzetten. Ik maak er geen geheim van dat ik daarbij hoor. In mijn visie is parkeren de enige logische bestemming van dat plein.  Echter, iedereen die dat ook vindt, loopt tegen de belangen van twee heel verschillende partijen op.

Op de eerste plaats gaat het om ‘linkse’ belangen. Daar vinden ze dat we beter de fiets of het Openbaar Vervoer kunnen nemen om ons te verplaatsen. Ze zijn gek op het plaatje van de fietsende moeder met volle boodschappentassen en een kind voor- en achterop.  Zeg ‘auto’ en ze zeggen: ‘weg ermee’. De auto’s verbannen ze dan ook het liefst naar een plek waar niemand ze kan zien.

Dan hebben we ook nog ‘rechts’. Die willen het nog wel eens voor de auto en de winkeliers opnemen. Maar in dit geval even niet.  Hoewel de grootschalige plannen van VD|80 door ‘rechts’ worden afgewezen, doen ze dat omdat een ander ‘grootschalig’ plan hen drijft. Ze willen namelijk het toeristisch gebied dat zich overwegend tot de fameuze Dijk beperkt uitbreiden tot het centrum van Volendam. Het zijn vooral de VVD en het CDA die zich daar voor inspannen en dat doen ze al sinds er plannen waren voor het verblijfstoerisme en de bouw van het Marinapark.

In die plannen speelt het Europaplein een centrale en principiële rol. Het moet een verblijfsgebied worden in plaats van een parkeerterrein. Volgens het CDA moet het plein ‘een belangrijke en waardevolle rol gaan spelen als kloppend hart en ontmoetingsplek voor de eigen burgers, winkelend publiek van buiten en toeristen’. Een ronkende zin die niet meer dan een illusie beschrijft. Pleinen in Nederland liggen er als regel kaal, winderig en ongebruikt bij omdat de weersomstandigheden in Nederland alleen aardig zijn voor pleinen die beschut liggen. Zo’n plein is het Europaplein helaas niet. De westenwinden die vanaf de brede Zeestraat worden aangevoerd maken het plein alleen maar een aangenaam verblijfsgebied op de zeldzame zomerse dagen waarop de westenwinden het even af laten weten. Maar ja, als je steun van de bevolking wilt krijgen voor plannen, kun je beter illusies verkopen dan de waarheid vertellen. En die waarheid is simpel. Meer dan een ‘kijkplein’ zal het nooit worden.

De oostwand en de zuidwand van het plein moeten wat het CDA (en de VVD) betreft een andere uitstraling krijgen. Het verouderde gebouw aan de oostwand waar vroeger het postkantoor zat en nu een winkel moet vervangen worden voor een gebouw met een ‘Volendamse’ uitstraling. De Zuidwand die gevormd wordt door de Ventersgracht en waar nu een rijtje woningen staat, moet vervangen worden door een ‘Volendamse’ wand met winkeltjes, een restaurant, eetcafé of bistro. Woningen daar moeten bij verkoop aan de gemeente worden aangeboden. Het is een merkwaardige zaak. De bewoners van de Ventersgracht spelen een belangrijke rol bij het betwisten van de functie van het plein. Ze willen dat de auto’s voor hun deur verdwijnen. Maar op de lange duur zijn zij het die zullen verdwijnen in de plannen van het CDA.

Het zijn naar mijn idee de begerige ogen van projectontwikkelaars die van het Europaplein een betwist gebied hebben gemaakt. Bouwen in dat gebied levert mooie verdienmodellen op. Om die reden was het CDA in het verleden al eens een heftig tegenstander van de herbouw van het cultureel centrum PX bij het plein en vertikte ze het om een eenduidig antwoord te geven op de vraag waarom ze daar tegen was.

Uiteindelijk gaat het om de grote vraag of het CDA harde argumenten heeft. Het winkelhart van Volendam moet volgens het CDA een impuls krijgen en volgens haar is iedereen daarbij gebaat. Dat winkels het door veranderde koopgewoonten steeds moeilijker krijgen, beseffen ze bij het CDA wel. Dat staat haar onnadenkende plannen voor uitbreiding van het winkelgebied echter niet in de weg. Dat winkels om te floreren vooral aangewezen zijn op comfortabele parkeermogelijkheden, ziet het CDA voor het gemak maar even over het hoofd. Dat is een probleem. Als er al iets ontbreekt aan het huidige winkelhart van Volendam zijn dat niet winkels, maar juist voldoende parkeermogelijkheden. En daar is het Europaplein dus uitermate geschikt voor.

Het is niet de eerste keer dat er met gelegenheidsargumenten wordt gewerkt. Toen het Marinapark gebouwd moest worden, was het argument dat verblijfstoerisme het teruglopend dagtoerisme moest opvangen. Het dagtoerisme heeft nog steeds geen daling laten zien. Bij het Marinapark is het (onnodige) middel erger gebleken dan de kwaal. Dat zou een waarschuwing moeten zijn.

nb. bijna precies een jaar geleden -25 november 2012- schreef ik al eerder over het Europaplein:
http://hardewoorden.blogspot.nl/2013/11/de-brink-van-volendam.html


woensdag 20 november 2013

De Jozefsschool moet blijven

KLADBLOK

                                                         
 De SKOV, de katholieke koepel die al het onderwijs in Volendam beheert, heeft bekend gemaakt dat de bijna honderdjarige St. Jozefsschool in aanmerking komt voor een sterfhuisconstructie. Omdat het aantal geboorten in Volendam afneemt, zijn er minder scholen nodig. Ingewijden menen overigens dat in de nabije toekomst er minstens twee scholen overbodig zullen worden.

Waarom onze school?, zullen veel ouders van kinderen op de Jozefsschool hebben gedacht. Een logische vraag.  Een vraag ook die belangentegenstellingen oproept. Tussen de SKOV en de ouders van de school bijvoorbeeld. Ze hebben beiden hun argumenten en de sluiten niet op elkaar aan.

Heeft de SKOV de best denkbare beslissing genomen en is die beslissing onontkoombaar? Ik weet het eerlijk gezegd niet. Wat me interesseert is hoe de belangen tegen elkaar zijn afgewogen en hoe inzichtelijk en acceptabel dat voor alle betrokkenen is. De ouders van de Jozefsschool vinden in ieder geval dat er een andere beslissing moet worden genomen. Daar is beslist iets bijzonders mee aan de hand. Ze benadrukken de bijzondere sfeer die er op school heerst en zijn daar zo aan gehecht dat ze voor het behoud van de school in actie zijn gekomen en medestanders zoeken. Er is een facebookpagina geopend waar al meer dan 1600 ‘likes’ staan. Daarnaast is er het tekenen van een petitie mogelijk gemaakt die al door meer dan 500 mensen is ondertekend.

De rijksoverheid houdt rekening met dalende leerlingaantallen en heeft in één van de publicaties die ik daarover las laten weten dat een basisschool met 150 leerlingen zelfstandig kan voortbestaan: “Ter illustratie wordt ook de effecten van een opheffingsnorm van 150 leerlingen gepresenteerd omdat uit studies blijkt dat dit ongeveer het minimum aantal leerlingen is waarbij een school –gegeven de huidige bekostiging- bedrijfsmatig goed kan functioneren”. Dat is nog geen echt goed nieuws voor de Jozefsschool.  Bij de beoordeling voor het in stand houden van scholen, worden ook reisafstanden betrokken. Met de Nicolaas- en Kennedyschool op loopafstand, zit daar geen argument in. Er is wel iets mee aan de hand. Bij de spreiding van basisscholen in Volendam is er bij de bouw van de wijk ‘Middengebied’ iets mis gegaan. Er was gepland dat de Nicolaasschool daar heen zou gaan. Volgens insiders gaf de toenmalige CDA-wethouder er echter de voorkeur aan om in die wijk zo veel mogelijk woningen te bouwen. Er werd daarom een nieuwe Nicolaasschool (samen met de Kennedyschool)  aan de rand van de Oude Kom gebouwd. Alles bij elkaar te veel scholen op een kluitje en omdat de Jozefschool in een oud gebouw zit, heeft die kennelijk pech. Verder krijgt de nieuwe school in Broeckgouw vier extra klaslokalen. Die moeten ook vol. Alweer pech voor de Jozefsschool.

Ik steun de ouders van de Jozefsschool en heb ook de petitie getekend. Daar is een reden voor, ook al heb ik geen enkele binding met die school en ook geen belang bij haar voortbestaan. Mijn steun komt niet voort uit goedkope en goedbedoelde sympathie voor de actie van de ouders.

Wat mij betreft heeft het te maken met het al jarenlang gevoerde beleid door de SKOV die zelfstandig uitmaakt waar scholen komen of verdwijnen en de financiële uitkomsten van haar besluiten de hoogste prioriteit geeft. Omdat dit beleid voorschrijft dat klassen vol moeten zitten hebben ouders in Volendam geen vrije schoolkeuze en moeten ze soms accepteren dat hun kinderen op verschillende scholen zitten. Een uitkomst van dit beleid is ook dat de schoolorganisatie over een enorm vermogen beschikt dat volgens insiders de toch al aanzienlijke financiële reserves van de gemeente Edam-Volendam royaal overtreft.

Een uitvloeisel van dat beleid is ook dat ouders in feite niets te vertellen hebben. Zie bijvoorbeeld het persbericht van de SKOV over de sluiting van de Jozefsschool. Wat staat daar onder andere in?: “De Medezeggenschapsraad van de St Jozefsschool wordt in de gelegenheid gesteld een advies uit brengen aan het bestuur ten aanzien van dit voorgenomen besluit.” Mooi is dat. Daar staat eigenlijk dat de ter dood veroordeelde nog een laatste wens mag doen. Het is een calculerende vorm van formeel-juridische democratie. De SKOV kan niet anders dan haar beleid handhaven. Na dit persbericht zullen alle andere scholen zich met hand en tand verzetten tegen een verandering van het besluit omdat het anders hen kan treffen.

De ouders van de Jozefsschool breken eigenlijk met de traditie en cultuur van hun grootouders. Die accepteerden vroeger dit soort besluiten gelaten met de verzuchting ‘dat de hoge heren wel zullen weten wat ze doen’. Alleen al daarom zou iedereen die daar genoeg van heeft als signaal de petitie moeten tekenen.

Het is niet te verwachten dat de SKOV haar besluit als gevolg van de acties zal heroverwegen. Dat betekent dat de ouders van de Jozefsschool zich beter kunnen richten op de vraag hoe ze de school kunnen losmaken van de SKOV en zelfstandig of via een andere koepel kunnen voort zetten.  Er zijn minimaal 150 leerlingen nodig om een basisschool bedrijfsmatig gezond te kunnen exploiteren. Dat moet haalbaar zijn, zeker als de SKOV ze een bruidsschat meegeeft.

De ouders van de Jozefsschool kunnen historie schrijven. Ik hoop van harte dat het ze gaat lukken.

Als u tot nu toe heeft kunnen instemmen met dit verhaal, klik dan de link 'petitie' aan en teken die om op die manier ook uw stem te laten horen.

http://petities.nl/petitie/st-jozefschool-moet-blijven






vrijdag 15 november 2013

Grondwaterproblemen in Volendamse wijk Munnikenveld

                                                         


KLADBLOK

Latrinevliegjes, schimmel, stank en waterrijke kruipruimten vergallen al een paar jaar het woonplezier van de bewoners van deze wijk die zo’n vijftig jaar oud is. Sinds de riolering enkele jaren geleden vernieuwd is, hebben de bewoners van deze wijk last van een te hoog grondwaterpeil.

Bij de aanleg van de wijk werd er onvoldoende rekening mee gehouden dat er voor de afvoer van grondwater sloten en vijvers nodig zijn. Ze zijn er niet. Dat heeft lang geen problemen gegeven. Dat was te danken aan het rioleringssysteem van gresbuizen die het te veel aan grondwater opzogen en afvoerden. Vanaf 2011 zijn de gresbuizen in de wijk vervangen door een rioleringssysteem van pvc-buizen. Vanaf dat moment verdween de drainerende werking van de gresbuizen en steeg het grondwaterpeil met alle vervelende gevolgen die daar bij horen.

"Dit gaat niet goed"
Bij de vernieuwing van het rioleringssysteem werd al van verschillende kanten gezegd: “Dit gaat niet goed”. De gemeente werd geadviseerd om naast het riool een drainagesysteem aan te leggen. De gemeente weigerde dat echter. In een recent interview zegt de verantwoordelijke ambtenaar daarover: “Als we het van tevoren hadden geweten, hadden we er gelijk op gereageerd”. Daarbij wijst hij er op dat drainage niet altijd de meest geschikte oplossing zou zijn.

Ik mis iedere vorm van deskundigheid op dit terrein, maar mij is gebleken dat er ernstige twijfel mag bestaan aan de deskundigheid van de gemeente. Je hoeft niet ver te zoeken om te ontdekken dat elders in het land er al eerder problemen zijn ontstaan wanneer gresbuizen door pvc worden vervangen. Of het nu zuinigheid of eigenwijsheid is geweest, duidelijk is dat de gemeente bij de vernieuwing van het rioleringssysteem bestaande kennis genegeerd heeft. Dit heeft onnodige overlast voor de bewoners veroorzaakt.

De gemeente gaat er nu wat aan doen. Er komt een ring van infiltratiebuizen om de wijk. Als dat niet afdoende is, wordt er mogelijk alsnog een drainage aangelegd. Omdat de grondwateroverlast onder woningen ook het gevolg is van het inklinken van de grond, adviseert de gemeente de bewoners om op eigen kosten de kruipruimtes op te hogen met zand, schelpen of schuimbeton. In combinatie met de infiltratiebuizen die de gemeente gaat aanleggen is dat misschien al voldoende.

Topdown
Ik heb er de nodige problemen mee. Op de eerste plaats met dat woord ‘misschien’. Het wijst er op dat de gemeente iets gaat proberen waarvan ze zelf nog niet met zekerheid weet dat het voldoende zal helpen. Het tweede probleem dat ik heb is dat de gemeente in de persoon van wethouder Kes een kant en klaar plan op tafel legt. Het zoveelste topdown-plan. De gemeenteraad van Edam-Volendam herhaalt al een aantal jaren dat het anders en publieksvriendelijker moet. Het had dan ook voor de hand gelegen als de gemeente eerst met de bewoners aan tafel was gaan zitten om samen met hen de plannen uit te werken. Zo kweek je acceptatie en maak je gebruik van de kennis en ervaringen onder de bewoners. De gemeente moet nu eerst maar eens met de bewoners in overleg gaa alvorens ze aan de slag gaat met de uitvoering van haar eigen plan. Het derde probleem is dat de bewoners geen enkele compensatie krijgen aangeboden voor de door de gemeente veroorzaakte overlast. De gemeente heeft formeel gelijk als ze stelt dat de woningeigenaar zelf verantwoordelijk is voor wat er op zijn eigen terrein gebeurt. Maar formeel gelijk hebben is niet hetzelfde als is sociale zin gelijk hebben. Bewoners hebben al vrij snel de problemen bij de gemeente aangekaart, maar hebben lang het gevoel gehad dat ze aan het lijntje werden gehouden.

Uiteindelijk is het Hoogheemraadschap de eindverantwoordelijke voor het grondwaterpeil. Iedereen betaalt daar een heffing voor en die wordt bovendien volgend jaar nog eens flink verhoogd. Het is ook bekend dat het Hoogheemraadschap wel van die gresbuizen af wil. Die voeren immers veel hemelwater dat in feite schoon is af naar de rioolwaterzuivering. Over de betrokkenheid van het Hoogheemraadschap bij de problemen in Munnikenveld wordt door de gemeente geen informatie gegeven. Daarnaast is het de vraag of er in meer wijken van Edam-Volendam vergelijkbare problemen zijn te verwachten. Insiders wijzen nu al op de problemen die te verwachten zijn bij de nieuwbouwwijk Broekgouw.

De gemeenteraad die er bij het college al heel lang op aandringt om uit haar ivoren toren te komen, heeft kennelijk nog steeds niet voldoende overtuigingskracht om het college te laten beseffen dat het menens is.