maandag 6 januari 2014

Noodklok over raadslidmaatschap

                               

KLADBLOK

Politieke partijen in kleinere gemeenten kunnen moeilijk raadsleden vinden staat er in de krant. Dat bedreigt het niveau  van de lokale politiek zeggen deskundigen die de taak van raadsleden alleen maar moeilijker zien worden. Wie een blik werpt op de tot nu toe bekend gemaakte kandidatenlijsten van partijen in Edam-Volendam kan die trend zien. Gemiddeld genomen gaat de kwaliteit van kandidaats-raadsleden eerder omlaag dan omhoog. Wat mij betreft mag de noodklok dan ook wel wat harder worden geluid. Het is de democratie die daardoor verder aangetast zal worden.

Mij wordt wel eens verweten dat ik met kritische columns over het politiek gebeuren, bijdraag aan het minder aantrekkelijk worden van het raadslidmaatschap. Ook wordt beweerd dat het kiezers zou weghouden van de stembus omdat ze door mijn geschrijf hun bekomst krijgen van het politieke gedoe. Zulke commentaren zijn natuurlijk het beste bewijs voor het lage niveau. Het ligt altijd aan anderen, nooit aan de politici zelf.

Ik vraag me wel eens af of lokale politici in een tunnel leven en tunneldenkers zijn. Ze lijken op mollen. Ze maken molshopen om te laten zien dat ze er nog zijn. Het werkelijke leven van politici speelt zich onderaards af in de kelders van de macht en in de ondergrondse territoriumgevechten. We worden geacht dat niet te zien en ons bovendien niet te storen aan de opgeworpen molshopen.

Voorbeelden te over. Een van de betere wethouders ooit werd om een kleinigheid met een motie op initiatief van de PvdA weggestuurd. Die kleinigheid was het molshoopje dat de feitelijke politieke redenen aan het zicht onttrok. Het CDA was ooit tegen de herbouw van jongeren- en cultuurcentrum PX aan de Zeestraat, terwijl ze daar eerder voor was. ‘Voortschrijdend inzicht’, was het molshoopje dat ze daarbij naar boven stuwde. De feitelijke reden, dat ze het centrum grootschalig wilden gaan verbouwen, hielden ze liever geheim. Dankzij een nieuw college kwam dat centrum er toch. Het werd uitgerekend geopend door een wethouder van datzelfde CDA. Dat is alleen maar te begrijpen als je weet dat ze in het nieuwe college over de subsidie van dat centrum gaat. Je moet de partij te vriend houden, anders kon die zich wel eens tegen je keren. Politiek gedoe leidt zo tot opportunisme. Natuurlijk zien kiezers dat.

Ik schop graag tegen de lokale (Edamse) PvdA die ik met liefde een grachtengordelpartij noem. Die partij schijnt te vinden dat iedereen het in de gemeente geweldig goed heeft. Op enig socialisme heb ik de partij dan ook nooit kunnen betrappen. Maar onderschat de partij niet. Ze weet haar (ondergrondse) macht knap uit te spelen. Op de laatste raadsvergadering liet ze bij monde van Bob van der Meulen alvast weten in Lijst Kras geen toekomstige coalitiegenoot te zien. Een bovengrondse mededeling met een ondergronds effect. Er wordt verwacht dat bij de komende verkiezingen Lijst Kras aardig wat zetels zal weten binnen te halen. De PvdA heeft echter aan andere partijen het signaal gegeven niet met Lijst Kras in een coalitie te willen zitten. De PvdA zelf is er evenwel zelf niet in geslaagd om met een sterke kandidatenlijst te komen.

Dat is het CDA ook niet. Een (op een paar molshoopjes na) weinig zichtbare wethouder is lijsttrekster geworden. Een zwak gebleken raadslid is tot fractievoorzitter gepromoveerd. Tegen de trend in heeft het CDA echter wel een sterke man op plaats drie staan. Ex-Rabobankdirecteur de Jong brengt zeker kwaliteiten mee als raadslid. Maar de man heeft ook een uitgesproken binding met de plaatselijke ondernemers. Die willen nogal eens wat anders dan de bevolking. Daar dreigen dus ondergrondse verbindingen die onder molshopen moeten worden verborgen.

Van molshoopjes bekend is ook de lijsttrekster van VD|80. In de aanloop naar de verkiezingen van 2010 liet ze de Stadskrant op tekenen dat het bouwen voor starters en senioren haar speerpunt is. Daar had ze de voorgaande coalitieperiode al de besluitvorming van rond. In de raadperiode waarop ze vooruitblikte is ze vooral bekend geworden als degene die het politiek-bestuurlijk instrumentarium handig weet te benutten voor haar plannen om het centrum van Volendam grootschalig te verbouwen. Het stond niet in het verkiezingsprogramma van VD|80 en ook niet in het coalitieprogramma. Het komt uit de molsgangen die door anderen wel achterkamertjespolitiek wordt genoemd en die de doodsteek betekend heeft voor het motto van VD|80: ‘de burger krachtig’.

Het grote probleem wordt gevormd door de huidige politici. Wie wil daar bij horen? Ze hebben hun eigen pikorde, ze hebben hun eigen machtspolitiek, opportunistische ethiek en lastig zichtbare belangen op de achtergrond. Inside informatie is belangrijker dan publieke informatie. Tussen zichtbaar en onzichtbaar ziet de kiezer slechts onbegrijpelijk gedoe op basis van politieke normen en waarden die veel verschillen van de normen en waarden die in de samenleving op prijs worden gesteld. De politicus of partij die dat verschil weet te overbruggen, krijgt mijn onvoorwaardelijke steun. Fouten mogen van mij bij de vleet worden gemaakt, zo lang ik maar de indruk heb dat ze worden benut om er van te leren in een proces dat de politiek weer bij de burgers brengt. Dan wordt het vanzelf weer aantrekkelijker om raadslid te worden.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten