KLADBLOK
Sinds ik een
boek heb gelezen over de vooroorlogse drooglegging in Amerika ben ik niet meer
zo snel te vinden voor een verbod van genotsmiddelen. Het middel bleek veel
erger dan de kwaal. Het was mede oorzaak van het ontstaan van grootschalig
georganiseerde misdaad. Hetzelfde zie je bij de onuitroeibare
drugscriminaliteit.
Wat alcohol
betreft heb ik een goede opvoeding gehad. Vanaf mijn veertiende mocht ik
drinken. Mij werd echter wel te verstaan gegeven wat me te wachten stond als ik
het in mijn hoofd zou halen om dronken thuis te komen. ‘Een matig mens is zijn
vrijheid waard’, was het credo en die vrijheid kon je gemakkelijk weer
verliezen. Bij mij heeft het gewerkt.
Dat je
nergens meer in een horecagelegenheid mag roken, heeft nog een bepaalde
eerlijkheid. Niemand mag dat. Of je nu rijk of arm bent, jong of oud, dun of
dik, het verbod treft ons allemaal. Bij drank is dat anders. Iedereen mag
alcohol kopen, tenzij je jonger bent dan achttien. Horecabazen dienen daar
strikt de hand aan te houden en bij overtreding wachten hen stevige boetes.
Maar ze zien de bui al hangen. Wat moeten ze straks aanvangen met zestienjarigen
die thuis al stevig begonnen zijn en een heupflesje rum of wodka meesmokkelen
om hun onschuldige bestelling (doe mij
maar een frisje) mee te verlevendigen. Hoe strenger er gecontroleerd wordt, hoe
inventiever de jongeren worden die van het alcoholfeestje worden
buitengesloten. Moeten ze dan maar vroeg naar bed?
Ik raakte
bij toeval via Facebook in een discussie
verzeild waar een aantal deelnemers vond
dat het door de overheid gesubsidieerde jongerenwerk het probleem maar moest
oplossen. Dat vond ik een nogal kortzichtige gedachte. In mijn tijd waren het
de kapelaans en dominees die de taak hadden om de jongeren op zaterdagavond uit
de kroeg te houden. Heel veel succes hadden die niet. Dat het jongerenwerk het
wat dat betreft beter zou doen, is dan ook een illusie. “Laat ze leuke
activiteiten aan bieden, dan komen ze heus wel”, beweerde een van de discussie-deelnemers.
Hij snapt er niet veel van. Noem ‘leuke activiteiten’ en de huidige jongeren
beginnen al bij voorbaat collectief te
gapen. Dat geldt al helemaal voor leuke activiteiten die bedoeld zijn om ze van
de alcohol af te houden. De doelgroep zal niet worden bereikt, hooguit wat
braveriken.
Het probleem
aan het jongerenwerk overdragen is goed bedoeld, maar vooral door mensen die
hun eigen jeugd zijn vergeten. Het enige wat je van jongeren kunt verwachten is
dat ze hun eigen activiteiten wel organiseren en er voor zorgen dat ze een
kratje of wat bij de hand te hebben.
De
voorstanders van het inschakelen van het gesubsidieerde jongerenwerk hebben
iets van Pilatus. Het jongerenwerk moet het oplossen en als dat voorzienbaar
niet lukt, kan er een zondebok worden aangewezen. Het jongerenwerk moet daar
dus niet in trappen. Een van de discussiedeelnemers was het raadslid voor de
VVD: Cees Sier (Goot). Die wees met nadruk op het vele geld dat de gemeente besteedt aan
club- en buurthuiswerk. Het vervelende is nou weer dat het jongerenwerk van PX
in Edam-Volendam het buitengewoon knap doet, als je het vergelijkt met wat
elders in het land op dat terrein gebeurt. Op zaterdagavond het onmogelijke van
ze eisen, is dan niet het meest verstandige dat een raadslid kan doen. Laat hij
eerst maar eens precies nagaan hoeveel personele ondersteuning, die beschikbaar
is voor jongerenwerk, de gemeente eigenlijk subsidieert. Dat is gewoon niet veel,
Cees! Was je niet een beetje populistisch aan de gang?
Het probleem
zal voorlopig niet echt worden opgelost. Er bestaat geen wondermiddel en al
helemaal geen wonderdrank. Voor de horeca is het moeilijk handhaafbaar, het
jongerenwerk kan er weinig tot niets mee en de samenleving mag de handen in
onschuld wassen omdat ze het heeft verboden. De jongeren lossen het zelf wel
op. Ze zullen het verbod belachelijk maken. Daar hebben ze wat mij betreft wel
gelijk in. Een verbod werkt alleen als dat gesteund wordt door de cultuur.
Een paar
biertjes in het weekend zullen de hersenen van jongeren niet aantasten. Dat
gebeurt wel door overmatig alcoholgebruik, binge-drinken en comazuipen. Ik weet
maar één manier om het terug te dringen. Aan de ouders vragen we: ‘blijf je aan de kant staan als je kind
bezig is zijn verstand te verzuipen?’, en tegen jongeren zeggen we: ‘als je je hersenen blijft verzuipen om er
bij te horen, krijg je later van ons een rolstoel’.
Veel meer
valt er niet te doen, vrees ik. Dat verbod kan beter van tafel. Laten we eerst
eens aan een cultuuromslag gaan werken.
Beste Peter,
BeantwoordenVerwijderenIk vind het een mooi stukje wat je schrijft, vooral dat laatste over cultuuromslag. De ouders van de 16 en 17 jarigen hebben nu één en twee jaar een probleem waarvan er al enkele maanden voorbij zijn. Ik ben benieuwd hoe de andere ouders het gaan aanpakken, want de jeugd t/m 15 jaar mochten al niet drinken. Cultuuromslag is inderdaad belangrijk! Met dank voor plaatsing Cor Koning.