Ex-wethouder
Marisa Kes (Volendam|80) reageerde op haar ontslag door de gemeenteraad van
Edam-Volendam met de mededeling dat ze naar huis is gestuurd door de ‘Edamse
partijen’ RTVV-NH). Dat is een vals beeld. In de combinatie van VVD, GroenLinks
en PvdA die het initiatief nam voor het ontslag, is alleen de laatste een overwegend Edamse
partij.
Marisa Kes
gaat na haar ontslag, volgens mijn informatie, verder als lijsttrekster van
Volendam|80. Haar pikante uitspraak is zou de aftrap kunnen zijn van een weinig
verheffende verkiezingsstrijd. Het is de vraag of een ontslagen wethouder de
meest geschikte kandidaat is om de verkiezingsstrijd voor haar partij aan te
voeren. Hetzelfde geldt trouwens voor de eveneens ontslagen wethouder Gina
Kroon-Sombroek, die voor het CDA de lijst aanvoert.
Beide dames
zeggen zich niet te herkennen in de lijst van bezwaren en aanmerkingen die ter
rechtvaardiging van hun ontslag zijn aangevoerd. Daar zit een probleem. Beide
dames geven daarmee te kennen de ogen en oren te sluiten voor de kritiek die op
het college is uitgeoefend. Ze willen afgerekend worden op het feit dat ze hard
hebben gewerkt. Hoewel dat beslist waar is, kan dat geen enkele rol spelen. Het
moet blijven gaan over de wijze waarop ze (hard) gewerkt hebben. Het is dan ook
de wijze van werken die ter discussie is gesteld.
Door hun
opstelling dwingen de lijsttreksters van het CDA en Volendam|80 die
verkiezingsstrijd in de richting van personen. Daarbij is Marisa Kes de meest
uitgesprokene. In feite vraagt ze de Volendamse kiezers: ‘pikken jullie het dat
ik door ‘Edammer’ partijen ben ontslagen?’. En daarmee is de valse noot in de
verkiezingsstrijd geïntroduceerd. Na haar ontslag gaat ze daar in de sociale
media lustig mee door. Zo beweert ze dat ze alleen maar weg moest zodat de
andere partijen hun handen vrij zouden hebben om ambtenaren in het NNHK te
huisvesten. De boodschap die ze daar
onbewust mee ventileert is: ‘nu kan ik het niet meer tegenhouden!’.
Door een
valse tegenstelling te creëren, ‘Edamse’ vijandigheid ten opzichte van
Volendam, laat ze haar minachting zien voor de feiten. De kiezer krijgt
oogkleppen op gedaan. Ik heb al vaker mijn misnoegen geuit over haar stijl die
wat mij betreft omschreven kan worden met: ‘het doel heiligt de middelen’.
Het wethouderschap
vergt dat het doel uiteindelijk wordt vastgelegd in een democratisch proces.
Het proces kun je op inhoudelijke wijze of formele wijze invullen. In de stijl
van Kes draait het om de formele invulling en verwaarloost ze het inhoudelijke
deel omdat ze bij voorkeur het doel zelf bepaalt. Dat heeft dan ook een rol
gespeeld bij haar ontslag.
Politieke
macht vergaren door middel van valse tegenstellingen moet worden afgewezen als
manipulatie van kiezers. Kes activeert de altijd sluimerende kommenstrijd voor
politieke doeleinden. Ze schept verdeeldheid door in te spelen op sluimerende
gevoelens door ten onrechte VVD en GroenLinks te kaderen als ‘Edammer’
partijen.
In
werkelijkheid gaat het niet om uiteenlopende belangen van de kernen Volendam en
Edam. Het werkelijke verschil gaat over uiteenlopende politieke stijlen. Die
hebben de breuk en verdeeldheid veroorzaakt. De procedure om te komen tot een
reconstructie van het dorpshart van Volendam speelt daarin een belangrijke
rol. Kes had de neiging om haar legitimiteit
bij de gemeenteraad te zoeken om daarmee belanghebbenden voor voldongen feiten
te stellen. In dit geval corrigeerde de gemeenteraad haar en gaf haar de
opdracht mee om bij het begin te beginnen. Ze luisterde niet, organiseerde
schijninspraak en riep daarmee grote irritaties op de belanghebbende
ondernemers en bij de meerderheid in de gemeenteraad.
Het is
betreurlijk dat de collegepartijen CDA en Volendam|80 onvoldoende afstand
hebben genomen van deze bestuursstijl. Ze waren er maar wat trots op dat deze
wethouder dingen voor elkaar kreeg. Daarmee zijn ze mede verantwoordelijk
geworden voor het in stand houden van de top-down-stijl van de wethouder die
inspraak slechts als een te nemen hindernis zag. Als belanghebbenden zich tegen haar
voorstellen keerden, bagatelliseerde ze de bezwaren en demoniseerde ze de bezwaarmakers.
Dat is het nadeel dat top-down-beleid nu eenmaal met zich meebrengt.
Bij de
laatste raadsvergadering kreeg ik van GroenLinks hun verkiezingsprogramma
overhandigd. Dat begint met een pleidooi voor democratie, transparantie en
integriteit. Inspraak moet vooraf plaatsvinden zeggen ze. Bij het hoofdstuk ‘Arbeid
en Zorg’ vond ik een sympathiek pleidooi om de WirWarbar in gebruikt te gaan
nemen als activiteitencentrum voor mensen met een beperking. Ik herinner me dat
de CDA-wethouder dat in de gemeenteraad als eens op kribbige toon afwees omdat
ze andere projecten op het oog had. Misschien is het wel een goed voorbeeld
voor hoe dat aangepakt kan worden. Laten de belanghebbenden de verschillende
mogelijkheden maar eerst beoordelen. Daarna kan een wethouder een beredeneerd
voorstel voorleggen aan de gemeenteraad.
Partijen en
raadsleden die de voorkeur geven aan een andere volgorde verdienen eigenlijk
geen plaats in de gemeenteraad. Wat mij betreft mogen de verkiezingen over dat
onderwerp gaan. Veel belangrijker dan de vraag in welke dependance ambtenaren
worden gehuisvest