donderdag 5 december 2013

Volendam verslaat nog dagelijks de Romeinen



Volendam verslaat nog dagelijks de Romeinen. De cultuur daar is republikeins tot op het bot, hard, groepsgericht, egalitair, competitief en zeker ook hedonistisch. Er is een enorme rijkdom aan talent. Het calvinisme is Volendam voorbij gegaan. Toch luidt het eerste en belangrijkste gebod: gij zult uw eigen broek ophouden. Je mag pas je hand ophouden als je je helemaal kapot hebt gewerkt. Die cultuur ligt aan de basis van het succes van Volendammers.

Wie Volendam wil bezingen moet waken voor een valse toon. Voor je het weet lig je als bard gekneveld in de bosjes en maken ze je pas weer los als het feest achter de rug is. Boudewijn Smid liet zich een jaar onderdompelen in het Volendamse en schreef het boek ‘Enclave Volendam’. Geert Mak prees het in de boekenbijlage van 29 november onder de kop ‘Volendam is een leugen’. Mak prijst het boek als een scherpzinnig portret van een uitzonderlijk dorp en een schoolvoorbeeld van ‘slow journalism’. Dat is het niet. Smid heeft een aantal smeuïge verhalen opgepikt, de helft daarvan over het hoofd gezien en algemene conclusies verbonden aan een enkele gevalsbeschrijving. Het is eerder ‘slome journalistiek’. Zijn boek is voor een deel een karikatuur geworden van het Volendam terwijl Geert Mak, die aan de bespreking zijn eigen verhaal toevoegt, een paar valkuilen vermeed. ‘Wat er ook gebeurt, het dorp zwijgt’ kopt Mak. Als inwoner van Volendam en ‘jas’ herken ik dat niet. Het dorp kakelt er op los, maar zwijgt pas als het officieel moet worden. Dan houdt iedereen zich gedekt. Je kunt ook niet recht door de open gordijnen naar het rijke binnenleven kijken, zoals Mak schrijft. De gordijnen staan standaard op een kiertje en je moet erg je best doen om te zien wat zich daar binnen afspeelt.

Dat is niet veel anders dan in de rest van Nederland. Volendam heeft net als vergelijkbare dorpen een drugsprobleem. Maar dat tachtig procent aan de drugs zou zitten is een absurd groteske vertekening. Volendam zit ook niet bij de pakken neer. Een aantal jaren geleden begon Gary Kok het project ‘Moedige Moeders’. Ze heeft er voor moeten vechten. Ook dat is tekenend voor Volendam. Goede ideeën moeten zich bewijzen alvorens te worden geaccepteerd. Het project heeft een cultuurverandering op gang gebracht en heeft in veel andere gemeenten navolging gekregen.

Bij Mak vind je tussen de regels door verontrusting over ‘vertrossing’. Boudewijn Smid gaat daarin veel verder. Die heeft het (pagina 99) over het Blut und Meer-gevoel en verwijst daarmee naar het sinistere ‘Blut und Bodem’. Uit een interview met een uit het dorp gevluchte homo, verbindt hij de conclusie dat de Volendamse gemeenschap homofoob is (pagina 124). Het zijn niet de enige passages waarbij je denkt dat Smid gevonden heeft wat hij zocht: een bevestiging van zijn vooroordelen. Daarin speelt de grote aanhang voor Wilders een rol. In Nederland is het gebruikelijk daar het etiket xenofobie op te plakken. Na een jaar van onderdompeling had Smid echter beter moeten weten.

In Volendam houden ze er niet van als ze verteld wordt hoe het hoort. Ze prefereren gewoon gezond verstand boven al te linkse idealen en hun verkondigers. Dat zijn de Romeinen die verslagen moeten worden en er is geen ruimte voor gemarchandeer. Enclave Volendam, Smid heeft de titel goed gekozen, blijft nuchter en kan dat door zijn interne samenhang.

Mak heeft de zwakke kanten van het boek van Boudewijn Smid onvoldoende gezien. Het is een leesbaar boek geworden met sappige verhalen. Je steekt er iets van op over Volendam. Wie echter denkt dat Smid kan uitleggen hoe het zit, laat zich op het verkeerde been zetten. 



7 opmerkingen:

  1. Bovenstaand artikel is naar de NRC gezonden. Verder dan 600 woorden wilde men daar niet gaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dar nou een 'jas' het voor Volendam moet opnemen. Maar je hebt het goed gedaan!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. @Anoniem, je hoort veel gemopper over het imago van Volendam in de media. Ik verbaas me iedere keer over de gelatenheid. In Volendam zou men toch meer kunnen doen om onjuiste beelden te corrigeren

      Verwijderen
  3. Zeer geachte Peter Louter,

    Veel dank voor uw hart verwarmende pleidooi voor het 'echte' Volendam. Na de observaties van Boudewijn Smid waren uw ervaringen voor mij een interessante aanvulling. 'Een klein dorpje dat dagelijks de Romeinen verslaat' - het is een mooi beeld. U moet wel uitkijken: als u zo doorgaat verhuis ik er binnenkort zelf ook nog naar toe!

    Met hartelijke groeten,

    Geert Mak

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Vandaag stond het eindelijk in de NRC. Niet het artikel dat ik inzond. Het is een ingezonden brief geworden waarvan de oorspronkelijke tekst door de redactie is ingekort.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De tekst in de NRC:
      Wees eerlijk over mijn dorp

      Boudewijn Smid liet zich een jaar onderdompelen in het Volendamse en schreef het boek ‘Enclave Volendam’. Geert Mak prees het in de boekenbijlage van 29 november onder de kop ‘Volendam is een leugen’.

      Mak prijst het boek als een scherpzinnig portret van een uitzonderlijk dorp en een schoolvoorbeeld van ‘slow journalism’. Dat is het niet. Smid heeft een aantal smeuïge verhalen opgepikt, de helft daarvan over het hoofd gezien en algemene conclusies verbonden aan een enkele gevalsbeschrijving. Het is eerder ‘slome journalistiek’. Zijn boek is voor een deel een karikatuur geworden van het Volendam terwijl Geert Mak, die aan de bespreking zijn eigen verhaal toevoegt, een paar valkuilen vermeed. ‘Wat er ook gebeurt, het dorp zwijgt’ kopt Mak. Als inwoner van Volendam herken ik dat niet. Het dorp kakelt er op los, maar zwijgt pas als het officieel moet worden.

      Volendam heeft net als vergelijkbare dorpen een drugsprobleem. Maar dat tachtig procent aan de drugs zou zitten, is een absurd groteske vertekening. Een aantal jaren geleden begon Gary Kok het project ‘Moedige Moeders’. Het heeft een cultuurverandering op gang gebracht en heeft in veel andere gemeenten navolging gekregen.

      Bij Mak vind je verontrusting over ‘vertrossing’. Boudewijn Smid gaat daarin veel verder. Die heeft het (pagina 99) over het Blut und Meer-gevoel en verwijst daarmee naar het sinistere ‘Blut und Boden’. Uit een interview met een uit het dorp gevluchte homo, verbindt hij de conclusie dat de Volendamse gemeenschap homofoob is (pagina 124).

      Het zijn niet de enige passages waarbij je denkt dat Smid gevonden heeft wat hij zocht: een bevestiging van zijn vooroordelen. Daarin speelt de grote aanhang voor Wilders in Volendam een rol. In Nederland is het gebruikelijk daar het etiket xenofobie op te plakken. Na een jaar van onderdompeling had Smid echter beter moeten weten.

      Verwijderen