schema van Mintzberg
Kladblok
Edam-Volendam heeft een twitterende
burgemeester en daar is hij trots op. Hij beschrijft het als een vorm om de
afstand tussen bestuur en burger te verkleinen. Wie wat kritisch analyseert
ziet echter al snel dat het vooral gaat om zelfpromotie en promotie van het
door hem gedragen beleid.
Hoe je je als burgemeester of
wethouder dient te gedragen, is eigenlijk niet zo moeilijk. Regels, procedures
en opvattingen over de normen en waarden van ‘behoorlijk bestuur’ bepalen de
rol die je als bestuurder in een democratisch bestel vervult. Als bestuurder
weet je wat er van je wordt verwacht en de mensen waarmee je te maken krijgt
weten wat ze kunnen verwachten.
Je zou kunnen zeggen dat de persoonlijkheid
van een bestuurder wordt gedempt door de vereisten van zijn rol. De
persoonlijke stijl van een bestuurder geeft kleur aan de wijze waarop hij zijn
rol vervult. Er ontstaat pas een probleem als de rol in te sterke mate wordt
bepaald door de persoon die het ambt bekleedt. Door een gebrek aan macht over
zichzelf wordt de rol dan overschaduwd door de persoon. Vaak wordt dit
zichtbaar als de betrokkene zijn persoonlijke invulling van de rol opdringt aan
zijn omgeving en de communicatie over zijn rolopvatting blokkeert.
In dat soort gevallen speelt narcisme vaak een rol. Een narcistische bestuurder kan
zichzelf moeilijk als deel van het geheel zien en zijn taak niet als een rol
opvatten. Zijn persoonlijke beleving staat bij alles centraal en uit die
beleving volgt zijn handelen. Een beetje narcisme is niemand vreemd. Er is pas
reden tot bezorgdheid als iemand zichzelf niet meer kan relativeren en
corrigeren. Dan komen de vervelende kanten van narcisme naar voren in de vorm
van een gebrekkig inlevingsvermogen en gebrekkig geweten. Er is al helemaal
reden tot zorg als er sprake is van manipulatie, intimidatie, rancune,
controlerend gedrag en woede-uitbarstingen. In dat geval is er sprake van een te kwetsbaar
zelfbeeld dat verborgen wordt en daarom behoefte geeft aan macht om de omgeving te kunnen domineren. De
eigen behoeften worden boven die van anderen gesteld. Dat vervuilt relaties met
de omgeving. Dat gaat wringen.
In mijn opvatting is burgemeester Willem
van Beek zo’n narcistische persoonlijkheid. Toen bijvoorbeeld Zeevang zijn
opwachting maakte bij de raadsleden van Edam-Volendam, merkte hij op dat het
toch maar goed uitkwam dat hij een grote ervaring meebracht in fusieprocessen. Doelen
en het beleid om daar te komen worden dan onderdeel van zijn persoonlijk
streven en gekenmerkt door de minder fraaie verschijningsvormen van narcisme.
Zijn optreden kan worden gezien als
behorend tot het eerste type van narcisme waarbij het centrum van actie de
persoon zelf is. Wethouder Kes zou kunnen worden gezien als iemand die tot het tweede
type behoort. Bij dit meer introverte type is de buitenwereld het centrum van
actie en wordt het narcisme vooral kenbaar door de reacties op de buitenwereld.
In beide gevallen gaat het echter om behoud van dominantie.
Een kenmerkende actie van Wethouder
Kes was bijvoorbeeld haar gekwetstheid toen de gemeenteraad haar voorstel tot
reconstructie van het Dorpshart niet overnam. Ze verweet dat de raad op een
nogal persoonlijke manier. Ze heeft ook de neiging om met opstappen te dreigen. Wethouder Runderkamp behoort volgens mij ook tot dit
tweede type. Bij hem krijg je soms het idee dat hij dag en nacht bezig is te
reageren op wat hem overkomt en daar stelling tegen te nemen vanuit een
narcistisch patroon. Als het er op aan komt is hij de enige die deugt. Een goed
voorbeeld is bijvoorbeeld zijn reactie op de advocaat van de ondernemers rondom
het Europaplein. De fantasieën over eigen grootheid zijn bij hem het pijnlijkst
zichtbaar.
Kenmerkend voor de narcistische
bestuurder is dat hij zijn (persoonlijke) opvatting over anderen opdringt aan
zijn omgeving. Kritiek op beleid of rol wordt opgevat als een persoonlijke
kwetsing. Niemand die zich schuldig maakt aan zo’n inbreuk op de eigenliefde,
kan deugen. Zulke personen worden allerlei tekortkomingen en duistere motieven
toegeschreven en de omgeving wordt zo’n negatieve omschrijving ingeprent. De
narcistische bestuurder kiest voor de slachtofferrol bij kritiek en beschouwt
zelfkritiek, gezien zijn uniekheid, als een overbodige activiteit. Niemand kent
hem of haar werkelijk en heeft het bij het verkeerde einde als hij op- of
aanmerkingen heeft.
Er zit in mijn opvattingen te veel
aan narcisme in het bestuur van Edam-Volendam en dat tekent de politieke
verhoudingen. De narcistische bestuurders gedragen zich als de alpha-dieren van
de politieke roedel. De gemeenteraad vertoont maar al te vaak haar
onderdanigheid en meegaandheid. VD|80 loopt daarin voorop.
nb. deze column is voorlopig de laatste in een serie over de bestuursstijl in Edam-Volendam.